I
f™ v"' i
'4 In
pr p .fF'w;
fcr
Vs*
'N NIJEUWE GASTHUIS
V \S f
Cw»jr ST (Jva
'sp
h' tp;:. I,-ly
f 1 1
28
Zeeland, het dan door hem van de graaf in leen ge
houden stenen huis, genaamd Vrederixhuys, met de
stad voor Weeldenburch. Van dit laatste huis wordt
gezegd, dat het „Ghasthuys van Sciedamme plach
te sine". Wanneer in 1328 zijn weduwe beleend wordt
met Weeldenburch is sprake van deze ruil en wordt zij
eraan herinnerd, dat zij ten aanzien van Weelden
burch dezelfde verplichtingen tegenover de graaf heeft,
als zij indertijd had ten aanzien van het geruilde huis
(Vrederixhuys), „dat nu tgasthuus es". Waar stonden
deze huizen De plaats is ten naaste bij bekend.
Weeldenburch stond op de Hoogstraat, hoek Lombard-
steeg zuidzijde, tegenover de Korte Dam. Aan de
andere, noordzijde van deze steeg was het huis der
Lombarden. Vrederixhuys stond tegenover de Lom
barden, aan de Boterstraat. We kunnen dus zeggen,
dat het gasthuis oorspronkelijk gestaan heeft in het
oudste gedeelte van de stad het gedeelte waar de
vroegste bebouwing was: het kruispunt van Dam en
Schiedijk.
Hoelang het gasthuis in Vrederixhuys gevestigd is
geweest, is onbekend. Eerst omstreeks 1560 vernemen
wij weer iets zekers over de plaats: volgens de kaart
van Jacob van Deventer stond het toen, waar het nu
nog staat, op de Hoogstraat tegenover de Appelmarkt.
In 1598 verzochten de gasthuismeesters om het terrein
van het voormalige St. Anna-Zusterhuis „omme daer
op te mogen timmeren ende fonderen een nijeuwe
gasthuijs". De redenen zijn niet overgeleverd, maar
kunnen zijn geweest de ouderdom en de onvoldoende
grootte van het gebouw. De regenten kregen toestem
ming, maar daarbij is het gebleven. Gebrek aan geld,
mede een gevolg van de voortdurende oorlog, zal de
realisering der plannen nadelig hebben beïnvloed.
Het heeft tot 1784 geduurd voor een nieuw verzoek
aan het stadsbestuur werd gericht. De regenten schrij
ven dan, „dat het grootst gedeelte van het Huis,
seer oud ende uitgewoond, en het verdere gedeelte
te bekrompen en niet lugtig genoeg gemaakt is om
eene behoorlijke verversching van lugt, zoo nood
zakelijk voor 's menschen gezondheid te kunnen er
langen, zo dat eene stuksgewijze reparatie van geen
vrugt kan wezen, maar eene totaale verbouwing nodig
zoude zijn. Boven en behalven deze zwarigheid, be
vind zig hier een onnoemelijk getal weegluizen, die
zodanig in getal zijn, dat de oude luiden veelal genood-
saakt zijn hun bed te verlaten en op de steene vloer te
slapen, en over welk artikel de regenten de bitterste
klagten van de oude luiden, die door ouderdom ver
minkt en afgeleeft zijn van tijd tot tijd hebben moeten
aanhooren en afwagten". Daar reparatie van het oude
huis geld weggooien zou zijn, verzochten de regenten
om op een andere plaats een nieuw huis te mogen doen
bouwen.
De toestand van het oude, nog uit de Middeleeuwen
stammende gebouw was dus zeer slecht geworden.
Daar de regenten tijdens de nieuwbouw een tekening
van het oude gebouw hebben doen vervaardigen,
weten we, hoe het er heeft uitgezien. Naar uit die te
kening blijkt, stond aan de Hoogstraat de kapel,
was loodrecht op de straat een vleugel, en stonden
links van de kapel enige huisjes, die te oordelen naar
de luiken tot het gasthuis behoorden.
kV
n<*
rm
t«A f»
r-y»