OTTO FRENKS: IN ANTIEK 5 a u uuuiTi 98 hij. „Het publiek koopt eerder een meubelstuk dan één of ander snuisterijtje, de uitzonderingen daargelaten. Een meubel is meer decoratief, verhoudingsgewijs goedkoper, maar bovendien is er makkelijker aan te komen. Er is nog altijd een grote groep mensen die oude meubelen wegdoet, hoewel dat aantal de laatste jaren hard is terug gelopen. Niet zo hard overigens als de mensen die zilver te verkopen hadden. Dat is tegenwoordig bijna niet meer te koop en als het te koop is dan kan je het alleen maar krijgen voor een onbetaalbaar bedrag. Een enkele keer heb je wel eens geluk, maar dat zet ook geen zoden aan de dijk, want als je goedkoop kan inkopen is dat meestal nog verhoudingsgewijs en dan moet je toch nog werken met een winst van honderd procent, anders kom je er niet meer uit. Dat hebben we gezien met onze vorige zaak. Een fijn winkeltje met een pracht collectie zilver, maar toen we openden stond zo'n beetje gelijk de deurwaarder op de stoep. Niet dat ik een hekel heb aan die mensen. Ik kan er zelfs goed mee opschieten, maar toen dacht ik toch: leuk is anders". Hij is er toch weer bovenop gekomen. Góed zelfs, het geen een uitzondering mag heten in een handel waar de meeste inkoopbedragen worden geschreven met enige nullen achter de één. „Mazzel", zegt Otto, „doodgewoon mazzel". Dat be tekent niet dat hij er niet voor heeft gewerkt. Zelfs kan hij niet meer het aantal baantjes noemen dat hij in de loop der laatste jaren heeft gehad. Zijn vrouw Mara zegt dat dat varieert van hulp arbeider op de glasfabriek en sjouwer tot mede-eigenaar van een spuitbedrijf. Alleen maar om aan geld te komen. Dat heeft hij nu belegd in de antiquiteiten die bij hem door het hele huis verspreid staan. De inventaris voor zijn nieuwe winkel. „Schrijf maar niet hoeveel me dat heeft gekost", zegt Otto als we naar beneden gaan om een kijkje te nemen in de opslagplaats. „Hoezo?", vraag ik, „vanwege die deurwaarder?" Het duurt even voordat hij het zich herinnert. „O die", zegt hij tenslotte. „Nee, daar niet voor. Hem heb ik deze keer maar zélf voor de opening uitgenodigd." HANS VAN DER SLOOT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1967 | | pagina 14