Geen a-socialiteit
THEO HARING:
„De gevestigde maat
schappij moet maar
zorgen dat het weer in
orde komt!"
114
Het betekent ook een kamp, dat net te klein is voor het
aantal wagens dat erop een plaats moet vinden. Privacy",
in een ruimere zin dan alleen maar een eigen wagen is niet
mogelijk. De wagens moeten door de beschikbare ruimte
vlak op elkaar worden gezet, mogelijkheden tot opslag,
tot huisvesting van de kinderen in een apart bijgebouwtje
is niet meer mogelijk.
Het betekent eigenlijk ook: een kamp, dat nog net geen
probleemkamp is.
De oorzaak hiervan is zowel te zoeken bij de overheid,
vertegenwoordiging van de gevestigde samenleving als
bij de kampbewoners zelf.
Er zijn weinig voorzieningen getroffen. Uitbreiding ervan
tot een eigen kraan en mogelijk een eigen toilet behoren,
gezien de outillage die sommige Zuidnederlandse kampen
bezitten beslist niet tot de onmogelijkheden en evenmin
een groengordel, die de ergste wind kan opvangen.
Daartegenover staat echter dat de kampbevolking wel
bijzonder gemakkelijk omspringt met de gemeenschap
pelijke voorzieningen. In de rapporten van het toenmalige
Ministerie van Maatschappelijk werk wordt gezegd dat
in het algemeen de woonwagenbewoners geen enkel ontzag
hebben voor de van overheidswege aangebrachte voor
zieningen. Het Schiedamse kamp vormt daarop helaa".
geen uitzondering.
„Men denkt nog niet maatschappelijk", zegt Theo
Haring. „Dat kan ook niet. Globaal heeft de woonwagen
bevolking een achterstand op de gevestigde maatschappij
van dertig jaar. Het idee, dat iets dat lijkt op gemeen
schappelijk bezit ook een gemeenschappelijke zorg nodig
heeft, bestaat hier nog niet. Men heeft het, men gebruikt het
en als het kapot is dan moet de gemeenschap in dit geval de
gevestigde maatschappij maar zorgen dat het weer in
orde komt". Het begrip sociale achterstand, zag hij daarom
liever veranderd in maatschappelijke achterstand.
„Sociaal is men even ontwikkeld als de gevestigde
maatschappij", zegt hij. Hij ontkent daarmee niet dat er
grote verschillen zijn tussen de sociale gerichtheid van de
stedelijke samenleving en die van de kampbewoners. Dat
allerminst. Hij geeft aan die verschillen alleen een andere
naam en opent daarmee perspectieven voor een ruimere
benadering van de problemen. Maatschappelijk achter
staan, is zijn mening en daarin wordt hij gesteund door de
talrijke rapporten over dit onderwerp, is iets heel anders
dan zich bevinden in een sociale impasse, hoewel het niet
ontkend kan worden dat het één vaak met het ander in
verband staat. Sociaal achterstaan impliceert in ieder geval
een zekere a-socialiteit en daarvan is geen sprake. Wel
ten opzichte vaak van de gevestigde samenleving, maar
nooit in de eigen gemeenschap.