121 zeggen, dat er nog vrij veel weidevogels voorkomen. Uiteraard is de broedtijd reeds achter de rug. De meeste van hen, nl. grutto's, kieviten, tureluurs, scholeksters en kemphaantjes zijn reeds vertrokken naar opgespoten terreinen en riviermonden, doch enkele achter geblevenen zullen onze belangstelling nog wel een poosje gaande houden. Vooral de statige grutto's waren in behoorlijk aantal aanwezig en tot ver in juli klonk hun baltsroep „grie-to- grie-to" nog overal in de polders. Thans zijn er nog slechts enkele paren achter gebleven en ook deze zullen weldra aan de trekdrang gevolg moeten geven en zich eveneens via slikken en rivier delta's, waar volop voedsel is te vinden, naar het zuiden van Europa begeven. Ook onze tureluurs en scholeksters verdwijnen daarheen. Nu zien wij beide soorten nog in kleine troepjes azen in de omgeving van de opspuitterreinen in de Holierhoekse polder, waar het eigenlijk moeilijk uit te maken is of ze nu op Schiedams of Vlaardings gebied vertoeven. Ik kan het ten slotte ook niet helpen, dat ze de gemeentegrens overschreden hebben; daar houden de vogels nu eenmaal geen rekening mee. Zelfs niet met landsgrenzen, ja, sterker nog: evenmin met ijzeren of andere gordijnen. Men zou zich verbazen hoeveel wilde ganzen en dito zwanen en eenden ons land in het winterhalfjaar herbergt en een groot gedeelte daarvan is afkomstig uit het noorden van Rusland en zelfs uit Siberië. Ook tal van steltlopers (waaronder onze weidevogels ook wor den gerekend) komen in de nazomer en herfst uit die kontreien hierheen. Wellicht is het interessant om te zijner tijd daarvan eens wat meer te vertellen. Zoals gezegd hebben er flink wat grutto's in onze polders gebroed, in aantal op de voet gevolgd door de enige kuifdragers onder de weide- bevolking, de kieviten. De bekende natuurkenner Dr. Jac. P. Thijsse noemt de grutto de koning der weidevogels en als u de fiere langsnavelige en lang benige vogel met zijn „vriendelijke" blik op de foto beziet, blijkt daarvan veel waar te zijn. Zowel de lange snavel als de dito poten komen hem zeer goed van pas, omdat hij zijn eieren steeds in het hoge gras legt en daar tevens zijn kostje op haalt: slakken en wormpjes. Dit in tegenstelling met de kievit, die de voor keur geeft aan de kale delen van het weiland. Tegen eventuele eierrovers zo als kraaien en meeuwen, kan hij ge- BIJ DE FOTO'S: Linksboven: legsel van de kievit. Linksonder: wilde eend met jong. Rechtsboven: Grutto. weldig te keer gaan en hij gaat de boos wichten ook onverschrokken te lijf. De tureluurs, die veel minder agres sief zijn, hebben dat blijkbaar in de gaten gekregen en zodoende komt het heel vaak voor, dat een paartje ture luurs zijn legsel in de buurt van een kievitennest deponeert. De kievit zorgt dan tevens voor de bescherming van het huishouden van de tureluur. De tureluurs mogen dan niet sterk zijn, slim zijn ze in ieder geval wel. De kieviten zijn de vogels die ook na de broedtijd voor levendigheid in de polder zorgen. Tot ver in de winter kunnen wij hen aantreffen en alleen strenge vorst is in staat hen te ver drijven. Weliswaar zijn onze broed- vogels reeds naar het zuiden vertrokken, doch soortgenoten uit het oosten en noorden van ons werelddeel hebben de opengevallen plaatsen weer ingenomen. Vermoedelijk trekken deze na korte tijd ook weer weg alweer zuidwaarts doch de aanvoer van nieuwe troepen duurt onverminderd voort totdat de vorst er een eind aan maakt. De eerste tijd, zoals nu het geval is, zijn het hoofdzakelijk jonge vogels, die dit jaar het levenslicht aanschouwden. De zeer korte kuif is daarvan het duide lijke bewijs. Schuw zijn deze jonge dieren niet, zodat wij ze als ze aan het fourageren zijn aan een slootkant, tot op enkele meters kunnen naderen zon der dat ze aan de haal gaan. De scholeksters tenslotte zijn bij zonder leuke klanten. Het is eigenlijk een wonderlijke geschiedenis dat ze tegenwoordig in de polder broeden. Van oorsprong zijn zij bewoners van strand en duin alwaar zij ook voor de instandhouding van de soort pleegden te zorgen. Ongeveer 12 a 15 jaar ge-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1967 | | pagina 17