TAN
KER
CLEAN
ING
N.V.
176
R. VAN DER WEYDE
Men kan daarom grote bewonde
ring hebben voor de mannen die
diep in het scheepslichaam bij het
zuinige licht van looplampen de em
mertjes met de oliedrab volscheppen.
Bewondering ook voor het tweetal
aan dek dat in zon en wind, regen en
kou de emmertjes ophijst en ledigt.
Hun voor het behoud van de sche
pen zo noodzakelijke werk verdient
nog meer lof als men bedenkt, dat
veiligheid het ene been is waarop dit
bijzondere bedrijf staat. Tankerclean-
ing N.V. is in de ruim 10 jaar van
haar bestaan voor rampen bespaard
gebleven en dat is voor een groot
deel te danken aan het verantwoor
delijkheidsgevoel dat de werknemers
aan de dag leggen.
Geen plaats dus voor kettingro
kers. Het gebruik van vuur kan ex
plosies tot gevolg hebben, waarvan
de kracht voldoende bekend is sinds
enkele jaren geleden, aan de over
zijde van de rivier, een tanker de
lucht in vloog. Deze directie heeft
het verstandige besluit genomen de
mannen „beneden" op gezette tijden
naar de kantine te halen om even
van het rokertje te genieten.
Ook elektriciteit is op een te reini
gen tanker een verboden krachtbron.
Wat er moet draaien, ja zelfs wat er
brandt aan lampen, wordt gedreven
door samengeperste lucht. Een enkel
vonkje kan al voldoende zijn
Dag en nacht gaat dat zo door.
Aan de Wilhelminahaven wordt
vol-continu gewerkt, zeker nu, na
een periode waarin het gesloten
Suez-kanaal de reders heeft verleid
tot het langdurig uitstellen van de
reparatie- en schoonmaakbeurten.
Extra-druk is het ook, omdat de ge
specialiseerde cleaningbedrijven langs
de kust van de Middellandse Zee de
klandizie van hun passanten zijn
kwijtgeraakt.
Door dat alles zullen de resultaten
over 1967 wel weer beter zijn, dan
in de jaren ervoor. Toen al kwamen
er per 265 dagen al zo'n 290 tankers,
1000 lichters en 1500 tankwagens
en containers naar de Wilhelmina
haven. Onder het motto: „Geen kar
wei te klein; geen schip te groot" is
het bij een van Schiedam's merk
waardigste bedrijven dikwijls drin
gen
m