„Ik zit in de raad
voor alle mensen!"
„'n Gemeentebelang
dat ik bleef zitten
209
WILHELMUS JOZEF CORNELIS WIL
LE MSE, 38 jaar. Beroep: grossier in tabak.
Opleiding: h.b.s., Nijenrode. In de raad
voor de Katholieke Volkspartij sinds sep
tember 1966.
CORNELIS MUYS, 53 jaar. Beroep:
winkelier. Opleiding: lagere school. In de
raad sinds september 1966. Was lid van de
2-mansfractie van de Boerenpartij, scheidde
zich eind november 1966 af en noemt zich
nu „politiek onafhankelijk".
1. Op aandringen van mijn vader en op verzoek
van de middenstandsorganisatie ben ik in de raad
gekomen. Mijn grootvader en inijn vader hebben al
in de raad gezeten en dus vond mijn vader het prach
tig dat zjjn zoon er ook in kwam. Ik heb pas besloten
om mijn zetel in te nemen na een samenspraak met
mijn vrouw en mjjn zaak.
1. Oat is niet eenvoudig om daar zo ineens een
antwoord op te geven. Het ging eigenlijk buiten mijn
wilIk wilde andere mensen op de stoelen van
de Boerenpartij, daar werkte ik voor. Maar ik had
niet voorzien dat het zo moeilijk was om mensen te
vinden, die op die raadszetels wilden gaan zitten.
Toen moest ik noodgedwongen zelf raadslid worden.
2. Via vader en grootvader was ik vrü goed ge
ïnformeerd.
2. Niets. Ik moest alles nog leren.
3. Ik kende de plannen die er voor de stad lagen
en in dat jaar raadswerk heb ik kennis gemaakt met
nóg meer plannen. Maar ik hoor steeds zeggen: er
is geen geld. Wat dat betreft is 't een ontgoocheling
voor me geweest. Maar er is één ding waar ik niet in
teleurgesteld ben. Mijn vader zei altijd: „Van wat
voor partij ze ook zijn, 't zijn allemaal prachtkerels!"
Nou, dat is zo.
3. Bepaalde verwachtingen heb ik nooit gehad. Mijn
verzet ging uit naar Den Haag, niet tegen de gemeen
tepolitiek. Ik ben me met de politiek gaan bemoeien,
omdat Den Haag zich met injj bemoeide. Daar wilde
ik een gepast antwoord op geven. Maar dat kan niet
in de raad, hè? Kort en goed: 't was een gedwongen
fraaiigheid dat ik in de raad kwam.
4. Ik lees hem eerst vluchtig door. Dan verdiep ik
me in de afdelingen die me interesseren en dan hoop
ik altijd wat te vinden waarover ik iets kan vragen.
4. Nou, ik ga dat ding doorneuzen. Ik ontbeer
daarbjj de steun van een financieel deskundige, 't Is
niet gemakkelijk voor me. Het zou anders zijn als
ik een zee van tijd had en 35 jaar was.
5. Het contact vind ik ronduit slecht. Ik laat de
schuldvraag in het midden. Ik ben raadslid geworden
om de burger te vertegenwoordigen. Als een burger
me vraagt iets te onderzoeken, dan doe ik het. Ik
vind dat trouwens het leukste van het raadswerk: het
helpen van de mensen met hun problemen. Als de
mensen wisten dat de raadsleden zitten te wachten
totdat de burgers bij ze komen, zou het contact zeker
veel beter zijn.
5. Een van de oorzaken dat ik in verzet ben ge
gaan, schuilt in het woord „structurele verandering".
Dat is het stopwoord van Den Haag geworden, maar
het woord zegt me niets. Tienduizenden hoeven toch
niet zonder meer hun economische dood te sterven,
zonder dat daarvoor een gegronde reden is?
6. Ik zou zoveel mogelijk geld wegstoppen in de
nieuwe stadsplannen. Als er iéts broodnodig is dan is
het de sanering. Ik zou er ook iets willen afhalen
voor de wielerbaan en ik zou wat doen voor het be
taalde voetbal in onze stad om tot een goede passie
ve recreatie te komen.
6. Dat zou ik zorgvuldig moeten overwegen. Het
geld wordt zeer duur en schaars Ik zou overleg
moeten plegen met andere raadsleden.
7. Totaal niet! Ik voel me in de raad zitten voor
alle mensen. Ik zie trouwens vrijwel geen partijpoli
tiek in de gemeenteraad.
7. Wat moet je daar nu op zeggen Ik heb het
gezien als een gemeentebelang dat ik bleef zitten
als politiek onafhankelijk.
8. Ja en nee. Ja, omdat ik waarschijnlijk de ver
leiding niet zou kunnen weerstaan als het me ge
vraagd werd. Nee, omdat ik een eigen zaak heb.
Maar wethouder't is natuurlijk een pure conse
quentie van je raadslidmaatschap. Of ik het zou
kunnen, is een andere vraag.
8. Als ik zeker wist dat ik 't goed zou doen, waar
om dan niet? Mijn gevecht gaat echter juist om de
juiste mensen op de juiste plaats. Mjjn opleiding
schiet tekort. Daarom ben ik overtuigd dat ik geen
wethouder zou willen worden.