DE TOEKOMST
VAN HET
SCHIEDAMS
GYMNASIUM
- een pleidooi voor
recht en reden
van bestaan
Door drs. L. W. Labordus
- rector stedelijk
gymnasium
OP 1 augustus 1968 treedt de Mammoetwet in werking en
wordt het gymnasium „oude stijl" een gymnasium „nieuwe
stijl". Is dit echter wel waar? Betekent de Mammoetwet niet het
definitieve einde van het gymnasium? Naar mijn mening niet.
Ik wil dit aantonen door enkele feiten uit het verleden te ver
halen en enige mogelijkheden voor de toekomst na te gaan.
DE LATIJNSE SCHOOL
249
Een symbolisch plaatje: rector L. W. La-
bordus fietst weg van het Blauwhuis dat het
gymnasium heeft gehuisvest. De leerlingen
volgen hem naar het nieuwe gebouw, dat ook
een nieuw schooltype is.
„In t voorleden ligt het HEDEN
In het NU, wat worden zal."
B1LDERDIJK
Van Schiedam wordt voor het eerst in een geschreven
stuk melding gemaakt in 1262; stadsrechten krijgt het in
1275 en reeds in 1346 (om precies te zijn: op 29 mei) ver
krijgt de stad van Margaretha van Henegouwen het recht
een „schole" te stichten. Of aan deze „schole" van stonde
aan Latijn is gedoceerd, is niet met zekerheid te zeggen,
maar zonder enige twijfel is deze „schole" de stammoeder
van het huidige gymnasium, dat dus over drie jaar zijn
125ste lustrum mag vieren.
Wij mogen wel aannemen, dat in 1589 onder mr. Lucas
Jansz., „rectoor van de schoole deser stede", geen of
weinig Latijn onderwezen werd, hoewel „latijn" wel ge
noemd staat in zijn instructie van 1583. Immers op 16
januari 1589 wordt door de vroedschap het besluit ge
nomen om een „Latijnsche School" op te richten; in de
onderhandelingen met de rector komt duidelijk tot uiting,
dat men voorkomen wil, dat rijke Schiedammers hun
kinderen in een andere stad een Latijnse school zullen
laten bezoeken!