„BEGRIP TONEN VOOR
HET KIND DAT
TEGENOVER JE ZIT"
w
Drs. A. van der Wissel,
Schiedams schoolpsycholoog
W
Door
Frans Happel
r*j.
14
fii
>V.
Drs. A. van der Wissel is psycholoog. Of, nauwkeuriger
omschreven, drs. Van der Wissel is schoolpsycholoog van
de stad Schiedam.
Spreken met hem over zijn vak is geen gemakkelijke
zaak. De wetenschap die hij heeft bestudeerd is jong en
leeft alleen voor de ingewijden. Voor de buitenstaander is
de psycholoog nog steeds een ondefinieerbare figuur, d:e
door allerlei slimme vraagjes en technieken in korte tijd
kans ziet je zieltje bloot te leggen. Waar je niet veel voor
kan verbergen, kortom iemand die je „door heeft". Slaan
we de dikke Van Dale open, dan staat er achter het woord
psycholoog: iemand die zich bezighoudt met de weten
schap van de bewustzijnsverschijnselen. Een goed bedoelde
uitleg van meneer Van Dale, maar veel licht in de duistere
onzekerheid over een psycholoog brengt het niet. Tegen
over drs. v. d. Wissel gezeten in de studeerkamer van zijn
flat aan de Delfiandseweg, wordt veel duidelijk. Hij is be
reid tot volledige informatie, daarbij trachtend de materie
zo eenvoudig mogelijk te houden. Voor de nieuwsgierige
toehoorder zijn er echter zo nu en dan toch nog „vertaai-
moeilijkheden", omdat hij zich van termen bedient die in
zijn vak gebruikelijk zijn, maar de leek de wenkbrauwen
vragend doen optrekken. Drs. v. d. Wissel: „Inderdaad,
de psychologie is een jonge wetenschap, zonder de basis
van honderd of meer jaren research. Als je iemand eens
wat over je vak vertelt, dan is er interesse. Een tweede keer
niet meer. Men is er nog niet mee vertrouwd, het leeft nog
niet. Dat blijkt ook wel uit de twee reacties die ik meestal
krijg als ik me ergens voorstel als psycholoog: hè, doe eens
wat leuks, of: hè, wat eng".
Sinds 1961 is hij belast met het psychologische onder
zoek van het daarvoor in aanmerking komende individuele
schoolkind en daarnaast is hij ingeschakeld ter onder
steuning van het onderwijs in het algemeen.
Een onderzoek naar karakterstructuur, geestelijk ver
mogen, instelling en eventuele moeilijkheden van het kind.
Welke kinderen van welke scholen komen in aanmerking
vooreen onderzoek en met welke intensiteit heeft het onder
zoek plaats?
Drs. v. d. Wissel: „Ten eerste houd ik mij bezig met de
leerlingen van de LOM- en MOK-scholen en de kinderen
die op een andere manier individueel onderwijs genieten.
Wat betreft de LOM-scholen is bij de wet een psycholoog
voorgeschreven. Vooruitlopend op de landelijke situatie