jon Wolffers
poogde zich
te bewijzen
met
Schiedams
meest notabele
hoofd
HEB IE NIET WAT I
Richard Henke
FOtO'S
ff
54
J. van der Jagt - vóór de schminkpartij
DIT wordt een gekke happening.
In de reclamestudio van Richard
Henke onder de Passage zijn
drie mannen icsaamgekomen om een
ongewoon karweitje te klaren. Het
zijn Jan Wolffers (beeldhouwer, schil
der, grimeur, decorontwerper; kort
om kunstenaar), Richard Henke (fo
tograaf) en Jan van der Jagt (reclame
man). Rekwisieten voor de happening
zijn een tafeltje met blikjes en potjes
vol substantie, penseeltjes, tubes, dot
ten watten; voorts de twee camera's
van Henke. Iln een doos met bier.
Want het is warm onder de jupiter-
lanipen die Henke aansteekt om het
gebeuren bij te lichten. Het is acht
uur vrijdagavond en boven in de hol
le Passage houdt Schiedams jeugd een
pantoffelparade op klompen. Althans,
zo klinkt dat.
Jan Wolffers (34) is uitgedaagd. Hij,
grimeur met een zekere faam, had
eens in de hitte van een borreltafel-
debat uitgeroepen: „Ik maak iedere
kop, die je maar wilt. De kop kan zo
moeilijk niet /ijn of ik maak 'ni. Ik
wil alleen een paar goeie foto's heb
ben."
I)ie zelfverzekerdheid mocht Jan
Wolffers dan ten overstaan van een
redacteur van de Schiedamse Ge
meenschap gaan waar maken. „Zeg
maar welke kop", zei Jan.
„I.aten we /eggen: Schiedams meest
notabele kop", zeiden wij.
„Je bedoeltaarzelde Jan.
„Jawel", zeiden wij, „de kop van
de heer burgemeester Roelfsema, te
vens erevoorziter van de Schiedamse
Gemeenschap",
Jan Wolffers werd bleek. „Heb je
niet wat eenvoudigers?"
„Nee".
Zover zijn we nu, acht uur: Jan
Wolffers zet zijn model op een stoel.
Het is Jan van der Jagt, een man die
de dertig nadert en een flegmatieke
oogopslag paart aan bolle wangen.
„Ja, ik kan moeilijk met een graat
mager individu beginnen", zegt Wolf
fers, „dan zou ik voor een kapitaal
moeten gaan staan kitten".
(Wees gerust: dit vakjargon wordt
in de loop van het verhaal begrijpe
lijk.)
Jan Wolffers begint met de oren
van model Van der Jagt tegen het
hoofd aan te plakken. „Mijn model
heeft 'n beetje flappers, zie je wel, en
bij de burgemeester staan de oren
meer tegen het hoofd. Koud kunstje;
ik kan iemand ook zeiloren geven",
zegt de grimeur.
Hij gaat het haar bespuiten met lak.
Op zijn tafeltje liggen twee portretfo
to's van de heer Roelfsema tussen de
acht grote en twintig kleine potjes vet-