I. Wolffers:
„De
burgemeester
loclrt met
zijn oogjes"
56
peentje Maar Jantje kwam gauw bij
zijn positieven en iiep naar de foyer
en kocht een pakje kauwgum. Onder
weg naar de kleedkamer drie stukjes
in mijn mond en ais een gek kauwen.
Toen ik bij mija model kwam had ik
de kit bij mekaar gekauwd en ik zette
een pracht van een neus op. Maar
toen kwam het! Na aftoop moest ik
die neus er weer afhalen. Ik sjor,
maar d'r biijven lange draden aan die
echte neus hangen. Die acteur zegt:
„Joh, 't lijkt verdomd we! of ik kauw
gum op mijn neus heb!" Ik denk:
nou bluffen Jantje! Ik zeg: „Ja hè
meneer, dat iijkt net kauwgum ha ha
ha! Maar wees maar gerust hoor: dit
is een nieuw Amerikaans, onlangs ge
patenteerd kitmiddel. Hardstikkeduur!
Nou, die man grozen natuurlijk, 't
Was een amateur, vandaar
Iedereen in Hcnke's fotostudio
lacht. Behalve model Van der Jagt,
die inmiddels zijn a.o.w. nadert. Hij
zegt: „Z.o'n verhaal moet je nou es
voor de vijftigste keer horen, kijken
of je dan nóg lacht."
Het is tien uur. Het model lijkt aan
mazelen te lijden. Het haar is vaal
grijs, het gelaat vertoont bloeduitstor
tingen en zijn neus heeft iets van een
slordige roomtruffel. Jan Wolffers
zegt: „Ik werk helemaal op belichting
in dit geval. De gelijkenis komt pas-
goed als je de spotjes vanuit de juiste
hoek laat schijnen."
Fotograaf Richard Henke merkt
op: „Jouw werk raakt de fotografie
door die helichtingstrucjcs. Ik kan hier
in de studio met mijn lampen en de
instelling ook die gijntjes uithalen.
Iemand met een korte neus kan ik
een hele iange giechel geven."
Wolffers penseelt verder. Hij brengt
allerlei onregelmatige lijntjes aan op
het kleurige gelaat. Hij plakt het non
chalante lokje op het voorhoofd nog
eens opnieuw. Hij haalt de oogkassen
nog wat meer uit de duisternis, stipt
Jan Wolfferö te midden van doosjes, potjes en
instrumentjes, waarmee hij naar zijn zeggen
„iedere kop schminkt, die je maar wilt".
hier en daar kleurtjes en gaat regel
matig van een paar meter kritisch
kijken.
/.egt tenslotte: „Nou, meer kan ik
er niet van maken."
De slotfoto moet gemaakt worden.
Richard Henke tuurt op het matglas
van zijn camera en verstelt de belich
ting. Jan Wolffers regisseert. „Joh,
breng nou es een aangename grijns op
dat droeve smoel van je", roept hij
zijn model Van der Jagt toe.
Het model doet zijn best. Jan Wolf
fers zegt verontschuldigend: „Kijk,
burgemeester Roelsema lacht met zijn
oogjes en dat kan deze man helaas
niet. Fn dan houdt mijn kunde ook
op. Ik vind 't trouwens mooi genoeg
zo."
Richard Henke maakt zijn plaat,
terwijl Jan van der Jagt lacht als een
burgemeester die kiespijn heeft. Het
resultaat van de schniinkseance staat
op de voorpagina. I.aten we Jan Wolf
fers een 8 geven, Richard Henke een
9 en Jan van der Jagt die 2Y2 ll"r
onbewogen bleef zitten een 11.
AAD WAGENAAR