Menings
verschillen
Contact met
burgerij
Grootste deugd
Grootste ondeugd
139
4. Heeft hij dus ook in de ver
gaderingen van burgemeester en wet
houders nooit eens heftige politieke
meningsverschillen meegemaakt?
Mr. P. van Bochove: „Achwe
hebben wel eens slaande ruzie gehad.
Let op! De laatste jaren niet hoor,
anders gaat men misschien denken dat
ik ten gevolge van een slaande ruzie de
benen genomen heb. Zo is het niet.
Ja, we waren het wel eens fel oneens.
Maar ik ben nooit boos weggelopen.
Ik ben wél eens bedroefd thuisgekomen.
In de raad ging het eigenlijk ook zonder
incidenten al die jaren. Het is steeds
een rustige fatsoenlijke raad geweest.
Ik vond het wel aardig. Maar als je
zo'n vijfentwintig jaar meegaat, raakt
het nieuwtje er natuurlijk aardig af.
De raad verandert zo snel; ik maakte
de derde generatie mee. En steeds
worden weer opnieuw dezelfde vragen
gesteld. Da's natuurlijk wel eens ver
moeiend."
5. Wat vindt de ex-wethouder
van het contact tussen de overheid
en de burgerij?
Mr. P. van Bochove: „In Schiedam
loopt dat aardig. Men weet de bureaus
,,Ik kan de betrekkelijkheid der dingen zien
van de burgemeester en de wethouders
wel te vinden. Overigens meen ik dat
de behoefte aan inspraak en voorlich
ting van de burgerij sterk overdreven
wordt. We hebben toch van die voor
lichtingsavonden gehouden in de
wijken. En dan komen er dertig of
veertig man; wijst dat op diepgaande
belangstelling van de burger voor wat
er in zijn stad omgaat? Trouwens:
alle politieke partijen smachten naar
mensen met echte interesse in wat er
gebeurt. Als morgen tien jonge mensen
zeggen dat zus of zo politiek beginsel
hen wel aantrekt en ze gaan over
morgen voor het eerst eens naar een
vergadering van die politieke partij van
hun voorkeur, dan zitten ze een maand
later allemaal in de gemeenteraad,
't Is misschien wat overdreven, maar
toch: men is tuk op politieke belang
stelling."
7. (Laatste vraag): Wat vindt de
heer Van Bochove zijn grootste
deugd?
6. (Voorlaatste vraag): Wat vindt
de heer Van Bochove zijn grootste
ondeugd?
„Ach, we hebben wel eens slaande ruzie gehad
Mr. P. van Bochove: „Rotvraag.
Nou, misschien is mijn grootste on
deugd dat ik gauw boos word als
andere mensen te veel en te lang over
kleinigheden staan te beuzelen."
Mr. P. van Bochove: „Nog 'n rot
vraag. Vraag dat maar aan anderen,
die me kennen. Of laat ik es proberen
te antwoorden: een deugd vind ik in
ieder geval wél van me dat ik de be
trekkelijkheid der dingen kan zien.
Da's prettig hoor. Want als je goed
uit je ogen kijkt, is er een hoop te
lachen in de wereld."
A. WAGENAAR