159
Een foto uit 1916 uit het album
van mevrouw Van der Gaag.
In de tijd dat de Gemeente Schiedam vrouwelijk perso
neel vroeg, was het vlaggeseinen tijd voor vrouwen,
tijd voor mannen (er werd niet over dames en heren ge
sproken) voorbij. In een periode van werkloosheid was
er een apart zwembad voor de heren aangelegd. De dames
mochten het oude bezetten. Bij haar sollicitatie moest
mevrouw Van der Gaag enige zwemslagen demonstreren
en een pop opduiken. Bij gebrek aan een pop nam zij een
hand modder van de bodem mee. De Dames Commissie
voor de Belangen van de Zwemplaats voor Vrouwen nam
er genoegen mee.
Veel vrije tijd had het zwempersoneel niet. Het bad was
van 's morgens zeven tot 's avonds acht uur geopend.
Haar taak bestond uit het binnenlaten van de zwemsters,
het verkopen van kaartjes aan de niet-leden voor vijftien
cent. Omdat inbrekers het bad niet ongemoeid lieten, nam
zij de geldkist elke dag mee naar huis op de fiets. Opletten
en lesgeven. Moeilijkheden oplossen wanneer er weer
sleutels zoek waren van de kleedhokjes, waarvan, toen het
drukker begon te worden, soms drie, vier zwemsters tege
lijk gebruik maakten.
Het opbergen van kinderen was één probleem. Ook in
de arbeidersklasse waren er verschillen en waarschuwingen
van moeders aan hun kinderen om niet met dit of dat
kind in één hokje te kruipen, hebben heel wat huilpartijen
veroorzaakt. Totdat mevrouw Van der Gaag, die zich lang
ergerde aan deze benauwde toestanden, ervoor zorgde dat
er een groot kleedlokaal werd gebouwd.
Een schandaal heeft ze ook meegemaakt. In het heren-
bad was evenals bij de dames een drie meter hoge spring
plank aangebracht. Eén van de dames van toezicht meende
dat het bij de muren nu mogelijk was in de kleedkamer
van de kinderen te kijken. De toestand werd aan de waar
heid getoetst. Er was vanaf de hoge inderdaad inkijk!
Een enorm schot moest daar onmiddellijk een einde aan
maken. „Het was te onzedelijk"; mevrouw Van der Gaag
zegt het toch wel gniffelend.
Na vijf jaar werd er een tweede ingang bij het bad ge
bouwd, om de drukte de baas te kunnen. Vooral 's avonds
tussen acht en tien uur liep het storm. Er waren veel les-
klanten, ploeteraars in het ondiepe, gelach en gejoel in het
diepe. De serieuze zwemsters oefenden zich in het schoon-
springen, waarbij mevrouw Van der Gaag met hart en
ziel aanwijzingen gaf. Wat ze haar klanten toen leerde,
wordt nu nog in Groenoord in praktijk gebracht.
Mevrouw Van der Gaag is nu tachtig, haar vroegere
leerlingen lopen nu aardig naar de zeventig. Ze vormen nog
een enthousiaste groep, die tot grote verbazing van het
nieuwe bad Groenoord zijn intrede deed. „Ouwe tantes",
werd er gezegd. Maar ze konden zwemmen. Nog meer
verbazing wekte het toen ze aanstalten maakten de hoge
springplank te betreden, en het toppunt was wel dat ze
daarvanaf salto's, zweefduiken en andere sprongen onder
namen.
De dames zeggen wel, dat er niets gaat boven hun oude
badje, maar ze hebben zich geweldig aangepast. Zwemmen