r>-TntBrm»w
Op een koude novembermorgen
9.25 uur precies, vaart captain Wallace
S. Ellis zijn 7200 bruto registerton
metende vrachtschip „Dalesman" uit
Liverpool tussen de pieren van Hoek
van Holland de Nieuwe Waterweg op.
Zijn bestemming is de Wilhelminaha-
ven in Schiedam waar het zeven jaar
oude schip in dok VI van de scheeps
werf De Nieuwe Waterweg zijn jaar
lijkse onderhoudsbeurt zal krijgen.
Het passeren van de „Dalesman"
wordt in Hoek van Holland geregi
streerd door het bureau van Dirk
zwagers Scheepsagentuur, van waaruit
men onmiddellijk de Havendienst in
Schiedam waarschuwt, dat er een
schip onderweg is. De Havendienst
waarschuwt de dienstdoende loods
Jan Ranft en vraagt hem met hoeveel
sleepboten hij de „Dalesman" denkt
binnen te kunnen brengen. Hierna
belt de Havendienst het kantoor van
de Sleepvaartcentrale in Rotterdam
vanwaaruit men zal zorgen dat de
bestelde sleepboten op tijd ter bestem
der plaatse aanwezig zullen zijn. Te
vens spreekt de Havendienst de plaats
af waar een van de sleepboten de
loods zal afhalen.
Het is inmiddels kwart over tien
geworden wanneer Jan Ranft op de
de loods met de sleepbootkapitein Ber
Strik (58) hoe men het karwei zal
klaren. De Ino zal voor vastmaken
en de beide andere sleepboten van
achteren. Een obstakel in de vorm
van een baggermolen, die in de Wil-
helminahaven werkt, is reeds gewaar-
scheepswerf De Nieuwe Waterweg
aan boord stapt van de sleepboot de
Ino (450 pk), die tezamen met zijn
collega's Nederland en Independent
VI (beide 325 pk) de „Dalesman"
veilig in dok VI moet afmeren.
Aan boord van de Ino bespreekt