192
NIEUWSTICHT
den, /ouls ze omstreeks de lielft van
de vorige eeuw in Schiedam beston
den. Het moest een daad worden ten
bewijze, dat arbeiders niet per se hoef
den te worden gehuisvest in hofjes,
maar dat het ook anders kon, zonder
dat dit daarom ook extra veel zou
gaan kosten wat in Schiedam altijd
al een teer punt is geweest.
/.ij stelden zich voor: verbetering van
de woningtoestanden en daardoor ver
betering van het sociale klimaat, want
zover was men toen al. Men wist al
dat er verband bestond tussen het
karakter van de arbeidersbevolking,
de lichamelijk en geestelijk gedegene
reerde bevolkingsgroep, de vierde
stand waarvan éénvijfde voortdurend
leefde aan de rand van de hongers
nood, kindersterfte, rachitis en cholera
en de huisvesting die er op neerkwam
dat men zoveel mogelijk mensen bij
elkaar propte in het netwerk van
straatjes, stegen, gangen, hofjes en
open riolen, dat toen nog de binnen
stad van Schiedam heette.
Niet dat men de woningen al veel
wilde verbeteren, /.over ging men nog
niet eens. De huizen in het Nieuw-
sticht zijn in feite dan ook precies
dezelfde zoals ze staan achter de
I ,ange Achterweg, op de Banen,
achter de l.aan, de l.ouronstraat (za
liger nagedachtenis) en de Heeren
straat. Gebouwd op bijna dezelfde
schaal, met gebruikmaking van de
zelfde materialen en bestemd voor
dezelfde maatschappelijke groep, al
selecteerden de bestuursleden natuur
lijk wel.
Ze zijn alleen niet zo samengeperst
als de éénkamerkrotten in de binnen
stad. Het zijn geen straatjes achter
straatjes achter straatjes. De sloot