207
werden een jaar en hij is nooit meer in dienst terug
gekeerd. Maar de jaren in wapenrok leverden hem, zoals
ieder soldaat uit die jaren, naderhand het mobilisatie-
kruis.
Zijn tweede kruis kreeg de heer Meijer in 1951; dat
was „Pro ecclesia et pontifice", omdat hij 25 jaar lid
geweest was van de St. Willibrordus Stichting, waarvan
elf jaar als secretaris. In 1960 werd hij Ridder in de Orde
van Oranje Nassau, omdat hij ten stadhuize een ambts
jubileum vierde, en de vierde onderscheiding kwam weer
van kerkelijke zijde: hij werd in 1966 benoemd tot Ridder
in de Orde van Sint Gregorius de Grote, een pauselijke
onderscheiding, toen hij 40 jaar lid was van de Sint Willi
brordus Stichting, waarvan 26 jaar als secretaris. Dat
wordt in 1970 dertig jaar, want hij heeft die functie, on
danks zijn hoge leeftijd, nog altijd niet neergelegd. „Maar
het wordt me nu toch wel te gek; ik hou ermee op: ik ga
het kalmer aan doen", zegt de heer Meijer aan ieder die
het geloven wil.
Ook afgezien van dat secretariaat zou de heer Meijer
wel hebben geweten, wat hij na de laatste medaille zou
gaan doen. Hij is gewoon doorgegaan met zijn wande
lingen door Oud-Schiedam. Niet wandelend door de ver- hj
vallen buurtjes, waarop men één keer uitgekeken raakt, n
maar zittend op zijn stoel door zijn zeven albums vol r