Op zoek
naar het
geheim
van het gilde
der
jeneverologen
- praten over
eesten en
foezels, gist
en omzetting
Door
Hans van der Sloot
Foto's: Rob Collene
TT ET idiote is, dat haast niemand
Ai iets van moutwijn weet. Jenever
kent iedereen en iedere Schiedammer
heeft voor feesten en partijen wel een
beschrijving van de manier waarop
het wordt gemaakt; iets met ketels
en vuren en veel roodkoper en zo.
Er zijn er zelfs die de verschillen
kennen tussen witte en zwarte jene
ver en oude en jonge, al worden de
rechte inzichten daaromtrent toege
wezen aan het uitstervend ras der
brandersknechts: het geheimzinnige
gilde van oude mannen in wier duis
tere zielen de geheimen van het je-
neverstoken hoog liggen opgetast.
Aan hen behoort de kennis, de weten
schap hoe van een graankorrel te
genwoordig suikerbiet jenever kan
worden gemaakt. Zij bezitten het ver
mogen tot onderscheid en zij alleen
weten het juiste van de witte en zwar
te jenever en oude en jonge.
En ze houden het voor zich.
De geheimen blijven opgetast, duis
ter en als een belangstellende leek in
hun omgeving aan een niet of nauwe
lijks geïnteresseerde vertelt dat het
verschil tussen jonge en oude klare
daarin is gelegen dat jonge direct van
de ketel wordt gedronken en oude
eerst na jaren en jaren rijping op ei
kenhouten fusten kan worden genut
tigd. uit hun kritiek zich in een lachje
en niet eens een meewarig.
Het lachje van de kenner, de weter,
de magister die het geheim van de
oude jenever diep in zijn binnenste
bewaart; naast de finesses van de wit
te en zwarte jenever en de moutwijn.
Kennis van moutwijn betekent in
232