12
vooral in de werklozentijd niet
veel om handen buiten de werkuren".
Dammen, het schuiven met de
schijven, is een moeilijk spel. Schrij
ver dezes mist er iedere aanleg voor,
hetgeen blijkt uit het feit dat hij bij
de schaarse keren, dat hij zich aan
het bord zet, uitsluitend en alleen ge
fixeerd is op het maken van méérsla-
gen u weet wel: men vat een stuk
aan en dartelt daar dan triomfantelijk
schaterend over vijf of zes stukken
van de totaal verblufte tegenstander
heen. Wie een dergelijke neiging tot
bravoure heeft, deugt niet voor het
spel; de nederlagen of totaal verstar
de eindposities die mijn deel altijd
zijn, spreken daarvan.
En logisch, want in een boekje, ge
titeld Inleiding tot het damspel",
uitgegeven in 1936 en mij door een
cynicus als cadeau overhandigd na
mijn 88ste nederlaag of daaromtrent,
staat te lezen: „Dacht men voorheen
dat deze speelkunst in de kinderkamer
op haar plaats was, of wel dat er geen
grote intellectuele gave werd vereist
om zich daarmede bezig te houden,
thans zien wij in de kring der beoefe
naren zeer vele scherpzinnige perso
nen, die wat rang en stand in de
maatschappij betreft, een uitstekende
positie innemen en voor dit nobele
spel een vurige propaganda maken.
Het buitengewoon diepzinnige in dit
zo schijnbaar uiterst eenvoudige spel,
het prachtige combineren en de ge
niale problematiek maken dit spel tot
een lusthof van de geest".
Toe maar: „Veel inspanning, ge
paard aan buitengewoon genot, dan
ken wij aan dit primitief samenge
steld spel; en zeker zijn wij overtuigd
dat het een grote leerschool zou zijn
in zelfbeheersing, ontwikkeling van
geest, kracht en oefening van het ver
stand. Het is bijna spreekwoordelijk
geworden, dat men de goede en slech
te eigenschappen van de mens het
best leert kennen in het spel. Dit
geldt weliswaar voor alle spelen, doch
de grote factor „de eer" wordt op
damgebied het meest geprikkeld. Zie
hier de oorzaak waarom dit spel zelf-
beschaving, zelfkennis, geduld en be
scheidenheid kweekt".
„Voorwaar" en daarmee beslui
ten we het lange citaat „een grote
opvoedende kracht!"
De Schiedamse Damclub, iedere
vrijdagavond in een lokaal in de Ou
demaasstraat verzameld, doet dus al
maar veertien leden. We moeten ver
teruggaan, tot ver voor de oorlog
namelijk, om een moment in de ge
schiedenis van onze vereniging te vin
den, dat we meer dan dertig leden
hadden. Maar ja, toen was er nog
geen televisie en hadden de mensen