55 Dat betekende dus, dat ik er 's avonds laat tot diep in de nacht mee bezig was, uiteraard zeer geboeid. Ik kon het boek gewoon niet loslaten. Niet, dat ik nooit een beter geschreven boek gelezen had, maar dat deed hier ook niet terzake. Wagenaar had gezorgd voor een goed gecomponeerd verhaal en dat was in dit geval meer dan voldoende. Ik ge loof niet, dat hij hiermee in de eerste plaats literaire ambities wilde na streven. Dat hij daarin meer geslaagd is dan oorspronkelijk zijn bedoeling was, is een zaak van geheel andere orde. Wat mij veeI meer interesseerde was de geschiedenis van mijn eigen jeugd. Ik was in mei 1940 nog geen 10 jaar oud. 's Morgens heel vroeg werd ik op 10 mei wakker. Het is het bekende verhaal tussen waken en dromen. Waarschuwing voor parachutistenhoorde ik plotse ling op de radio. Duitse parachutisten landen op de Nieuwe Maas bij Rotter dam"Eerlijk gezegd, dacht ik op dat moment, dat het om een hoorspel ging en dat het avond was. Misschien had ik alleen maar even gedoezeld. Mijn ouders zaten bij de radio, maar ze waren nerveus. Zo nu en dan ging mijn vader naar de zolder, vanwaar hij een uitzicht op de Nieuwe Maas had. Pas langzaam drong het tot mij door, dat het om iets anders dan een hoorspel ging. Dat het misschien wel oorlog kon zijn. Ik weet niet hoe kinderen van deze tijd zouden reageren, maar ik werd bang. Ontzet tend bang. Vlak bij ons in de buurt explodeerden bommen. De balkondeuren vlogen open. Even later plakten mijn ouders vreemde stroken papier over de ramen, want dat deed op dat moment iedereen. Er scheerde een aangeschoten vliegtuig over ons huis. Het dook voor goed onder in een van de havens. Nog maals, ik was ontzettend bang. Mijn ouders kennelijk ook, want ik werd tegen hun gewoonte in geducht aangepakt toen ik het op een gillen zette. Ik moest een voorbeeld zijn voor de jongere kinderen, vonden ze. Op die manier kwam ik toch niets verder, zeiden ze. Achteraf gezien hadden ze wel gelijk, maar misschien had ik voor mijn leeftijd toch al te veel ge schiedenisboeken gelezen over gebrand schatte steden en zo. Enfin, hierover hoef ik niet te schrijven, het is meer dan voldoende bekend. Mijn herinneringen aan die oorlogsdagen zijn eenvoudig samen te vatten. Mijn vader liep op wachtgeld en moest zich iedere dag nog melden bij zijn vakorganisatie. Op de Schiedamseweg zag ik een tramwagen onbemand staan. Met de Pinksterdagen kwamen mijn grootmoeder en mijn tante bij ons op visite. Op de fatale 14e mei waren wij bij mijn grootmoeder en ik herinner mij nog, dat wij tijdens het bombardement bij haar op de gang zaten. Mijn vader timmerde op dat moment brancards. Ook toen was ik heel erg bang, hoewel er met ons niets gebeurde. De volgende dag, dus na de capitulatie, speelde ik met vriendjes in de straat. Er kwamen toen opnieuw Stuka's over vliegen. Zwarte toestellen, zo herinner ik mij nog, die zich scherp aftekenden tegen het blauw van de lucht. Naar de stad mocht ik de eerste tijd niet. Mijn ouders vonden dat niet nodig. Pas weken later heb ik de puinhopen in werkelijkheid gezien. Herinneringen uit een kindertijd. Het kan zijn, maar Aad Wagenaar die deze periode toch niet op die wijze heeft meegemaakt is er dan toch maar wonderwel in geslaagd het beeld uit die dagen opnieuw op te roepen. Ik vraag mij af hoeveel sterker dit nog het geval moet zijn bij hen, die dit moment in hun leven nog veel bewuster hebben mee gemaakt. Die toen meemaakten, dat hun wereld zowel letterlijk als figuurlijk in scherven werd gegooid. Voor mij werden toen pas de vernietigde stads wijken tot een begrip. Ik was wel vaak in de stad geweest, maar voor mij, als kind van Detfshaven, gingen de verloren gebieden pas goed leven na het bombar dement. Hoe dat zit, kan ik niet ver klaren. Voor de ouderen moeten deze begrippen nog veel meer leven. Voor mij is dit Duitse bombardement en de vijf jaren, die daarop volgden, pas later bepalend geworden voor mijn leven. Mijn ouders waren in die oorlogsjaren zeer anti-Duits en ik was het dus ook. Pas later ben ik mij in het Duitse pro bleem gaan verdiepen, maar toen heeft het mij ook niet meer losgelaten. Nog bijna dagelijks heb ik er mee te maken. Toegegeven, met het boek van Aad Wagenaar heeft dit op het eerste ge zicht niets te maken. Of toch wel misschien? In ieder geval is hij er met zijn Rotterdam mei '40 in geslaagd al die herinneringen weer wakker te roepen. Het vliegveld Waalhaven werd daarmee weer tot een begrip. Het Noordereiland ging weer leven. Ik weet weer van de strijd om de Maas bruggen en van het oorlogsschip Van Galen. Wat werd er in die dagen niet gesproken van de mariniers. Nu weten wij, dat het om een handjevol man schappen ging, dat zich overigens meer dan manmoedig heeft gedragen. Wie garnizoenscommandant Pieter Wilhelmus Scharroo was, kon ik op dat moment niet weten en ook van generaal Kurt Student had ik nog nooit gehoord. Ik heb ook nooit geweten, dat er op de 10e mei 1940 in totaal 7150 Nederlandse militairen in Rotter dam waren, waarvan overigens 750 geheel ongeoefend. Met grote groepen anderen was het al niet veel anders. Rotterdam gold immers tot in de laatste dagen voor de oorlog als een veilige stad. De waterlinie zou toch de veste Holland beschermen? Wie had er nu gerekend met een landing vanuit de lucht? Het veilige Nederland, dat al in geen honderd jaren een oorlog had ge kend, was plotseling opgenomen in een Tweede Wereldoorlog. Ondanks alle waarschuwingen en de tekenen des tijds was het er niet op voorbereid. Niet militair en ook niet mentaal. Wie het voordien wel wist, mocht het zeggen, maar het drong toch niet tot de anderen door. Wie dit boek van Aad Wagenaar leest, maakt alles in zekere zin op nieuw mee. Er is één \erschil. De lezer is nu wetend. In ieder geval zorgt Wagenaar daarvoor. De volledige situatie wordt door hem weergegeven. In tal van gesprekken krijgt men een beeld van die dagen.'Soms is er een werkloze classificeerder aan het woord, die zich met zijn EHBO-diploma ver dienstelijk maakte, in een ander geval is het een verpleegster uit het oude oog ziekenhuis. Wagenaar weet precies hoe de autoriteiten uit die dagen rea geerden en op welke weerstanden ze soms stieten. Maar hij vertelt ook van de Duitsers, die bij deze Rotterdamse operatie betrokken waren. Vliegveld Waalhaven werd als eerste stukje Rotterdams gebied bezet. Rotterdam- Zuid volgde onmiddellijk, maar afge zien van een enkel bruggehoofd op de rechter Maasoever wist men toch niet verder te komen dan het Noorder eiland. Het werkelijke raadsel van het bom bardement wordt ook door Aad Wagenaar niet opgelost. Aad Wagenaar

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1970 | | pagina 19