Boltelo draagt zijn „cola-zeetje" bij Frisdranken in opmars door Lodewijk Bronsdijk foto's Ton den Haan Het vorige jaar dronken we in Nederland met z'n allen 632 miljoen liter frisdrank op, oftewel 49 liter per hoofd van de bevolking. Een aanzienlijk percentage van deze ,,zee" van frisdank wordt in Schiedam geproduceerd, namelijk bij Bottelo N.V., in Schiedam beter bekend als de cola-fabriek", die in september vorig jaar een nieuw pand in gebruik nam, dat 9 april j.l. door burgemeester Roelfsema officieel werd geopend. Zo'n twee-en-een-half tot drie miljoen kratten frisdrank, waarvan tweederde Coca Cola en de rest de nevenprodukten als Fanta en Sprite, ver laten per jaar deze nieuwe fabriek, die in de plaats kwam van de oude fabriek aan de Van Deventerstraat en de depots van Bottelo in Rotterdam-Zuid en Den Haag. 70 Deze drie elementen zijn nu samengebracht in een fabriek met een oppervlakte van 13.500 vierkante meter aan de 's-Gravelandseweg. Wie de stijging in het verbruik van frisdranken in Ne derland ziet kan begrijpen dat het oude gebouw aan de Van Deventerstraat dat in 1951 door burgemeester Peek werd geopend spoedig te klein bleek. In 1960 dronken we in Nederland „nog maar" 14 liter per jaar per hoofd. In 1964 was dat al verdubbeld, in 1968 kwamen we aan 41 liter de man en vorig jaar aan 49 liter. Het zijn allemaal cijfers die pas gaan leven als je aan de 's-Gravelandseweg tussen de twee enorme bottelseries staat, in de produktiehal die 70 meter breed en ongeveer- honderd meter diep is met een nuttige hoogte van zeven meter. Aan de ene kant ziet men dan 46.000 standaardflesjes per UUR voorbijschuiven over met een soort zeep inge smeerde metalen lopende banden. Die zeep doet de flessen beter glijden, maar het oorverdovende gerinkel van de duizenden, nog lege flessen wordt er niet door voorkomen. Het hele proces gaat logisch in zijn werk. De lege flessen komen in kratten aan met de gele cola wagens, waarvan Bottelo alleen al er zo'n 120 in alle maten heeft rijden. Vorkheftrucks pakken de pallets van de wagens en via de enorme opslagplaats komen ze aan het begin van de lopende band terecht. Grijpers met zuignappen „vissen" de flessen uit de kratten en ze komen in de schoon - maakmachine terecht, die ze van alle „smetten" zuivert. Op een brede band verzamelen de flessen zich dan voor de vulmachine, een gigantische „molen", die de flessen tijdens hun omwenteling in de molen vult, wat met veel gesis van koolzuur gepaard gaat. Even verderop rollen de doppen in een grote trechter, die de machine bevoorraadt, waardoor de flessen bij de kop gepakt en gedopt worden. Weer zo'n apparaat met zuignappen pakt precies het juiste aantal flesjes voor een krat op en deponeert ze er in. De kratten vormen weer pallets en de pallets vormen weer de tot zeven meter hoge stapels in de opslagplaats achter in de enorme hal. Voor wie bang is dat deze machine nog niet genoeg levert om zijn dorst te lessen: aan de andere kant van de hal staat nog zo'n bottelserie, die afkomstig is uit het oude gebouw aan de Van Deventerstraat en die in het nieuwe gebouw, geheel gereviseerd, 26.000 flesjes per uur vult. En dat hele proces gaat dan van maandag tot en met vrijdag dag en nacht door.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1970 | | pagina 10