105 ziet. Niet iemand waarmee men aan het sollen kan slaan. Dat is en blijft ons uitgangspunt. En ik dacht dat dat goed was." Naast het ontwerpen van verpakkin gen en aanverwante artikelen, heeft Publi-Studio ook een afdeling waar tekenfilms en tekenstrips gemaakt worden. In het verleden leverde men reeds vele films af, zoals het beeld signaal, de camerabuis, televisiebuis, isothopen, transistoren, dioden, enz. Stok: „Onze films zijn ik weet niet in hoeveel talen ingesproken. Je ziet ze in Engeland, Frankrijk, Amerika, het Midden-Oosten en Afrika. Omdat je voor zovele landen werkt, moet je op passen op welke manier je een bepaald technisch gegeven visualiseert. Ik kan me nog het verhaal herinneren, over een film, die handelde over communi catie. Ik wilde die film laten beginnen met een negertje, dat een bepaald be richt doorseinde op een tam-tam. Goed, we gaan naar het museum voor land- en volkenkunde, om ons op de hoogte te stellen van de gebruikte signalen. We studeren er op, en maken een bepaald ritme in beeld en geluid, waarvan men ons verzekerde, dat het bericht dat geseind werd, niets be tekende. Later kregen we de film terug. Of we maar onmiddellijk dat geluid wilden veranderen, omdat ergens in Afrika toch een bepaald volk boos ge worden was om de inhoud van dat be richt. We hebben ook wel gehad dat men kwaad werd om de huidskleur van een in de film voorkomend kereltje. Dat moesten we dan later een neutrale kleur geven: niet bruin, niet zwart, niet blank, niet geel. Dat zijn zo van die dingen, die iemand, die naar een filmpje kijkt, zich niet realiseert." Wat men zich ook nauwelijks kan voorstellen, is het grote aantal tekenin gen, dat nodig is om een tekenfilm van circa 20 minuten te vervaardigen. Voor een niet al te ingewikkelde film maakt men ruwweg 30.000 tekeningen. Niet allemaal verschillend, omdat men dik wijls kan volstaan met een neutrale achtergrond, waarin slechts een figuur beweegt. Volgens insiders hun recen sies spreken boekdelen zijn de teken films van Publi-Studio de beste die in Europa gemaakt worden. („Ze munten uit door een hoge educatieve waarde, vooral door de gedegen didactische op zet. Bovendien is de animatie zeer aan trekkelijk, en heeft men verouderde, statische vormen volkomen losgelaten. Men heeft een grote speelsheid van kleur en compositie weten te koppelen aan een goed en duidelijk technisch verhaal.") De weg van opdracht naar aflevering van de tekenfilm is niet eenvoudig. Men begint met de briefing van de op drachtgever, waarin alle vaak zeer inge wikkelde technische gegevens zijn ver werkt. Op z'n gunstigst met nog een kleine aanwijzing, hoe een en ander in beeld gebracht kan worden. Daarna vervaardigt men een story-board, waar in de scènes met de later in te spreken tekst ruw zijn aangegeven. Daarna wordt precies bekeken hoe lang de ver schillende scènes duren ten opzichte van de tekst, hoeveel plaatjes nodig zijn, hoe de beweging verloopt, enz. Het is daarbij van het grootste belang, dat men goed meedenkt met de kijker, zodat geen gedachtensprongen ge maakt worden. Zijn alle tekeningen klaar, dan gaan ze naar de filmer, die via een enkel beeldcamera alle tekenin gen achter elkaar opneemt. Omdat men aan een kleine film circa één tot twee maanden werkt, moet men meestal, nadat de film ontwikkeld terugkomt, bekijken of nog wijzigingen, in verband met nieuwe ontwikkelingen, aange bracht dienen te worden. Is de gehele film goedgekeurd, dan wordt de tekst in de gewenste taal ingesproken, de ge luiden gesynchroniseerd, en kan de film vermenigvuldigd worden. Daarna wordt deze in vele landen van de wereld in de filmprojector gezet. „Op het ogenblik zijn we weer volop bezig aan een aantal filmstrips. En dan komen de tekenfilms weer, naast natuurlijk al het andere werk dat we hebben. Op één opdracht zit ik eigen lijk nog te wachten: het ontwerpen van de verpakking van een pakje marihuana-sigaretten. Daar heb ik een heel fijn, speels ideetje voor in mijn hoofd zitten", zegt Stok, die het zelf overigens liever bij lindebloesemthee houdt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1970 | | pagina 9