122
thans de kamer van burgemeester en wethouders (ook wel
commissiekamer genoemd). Zeer waarschijnlijk heeft de
huidige kamer nog de afmetingen, die hij ten tijde van
Vinck jr. heeft gehad. Dit voorrecht deelt hij met de huidige
burgemeesterskamer: het overige van de ruimte in het stad
huis is aan een schier ononderbroken reeks van herindelin
gen onderworpen geweest.
Helaas is het interieur van de oude burgemeesteren
kamer aan zeer grote aanpassingen ten prooi gevallen.
Misschien is de schoorsteen, hoewel zonder het „schoon"
kunstwerk van Terwesten, het enige 18e eeuwse overblijf
sel.
De volgende kamer aan de noordzijde was de spreek- of
vertrekkamer, later ook commissiekamer genoemd. Deze
is thans een deel van de raadszaal en dus geheel verdwenen.
In de kamer was een lambrizering en goudleer behang.
Beide zijn helaas verdwenen.
Tenslotte was hier de trap, in de uiterste hoek van noord
en achtergevel. Later is in de muur van de noordgevel na
het verdwijnen van de trap en het voegen van deze ruimte
bij de raadszaal, een raam gemaakt, daarmee het aantal ra
men in beide gevels op zeven brengend.
Voorbij de verhoging lag aan de zuidzijde, naast of
achter de vierschaar, de bodenkamer, thans een deel van
de kamer van de gemeentesecretaris uitmakend. Het bezat
één raam, het derde in de reeks, gerekend vanaf de voor
gevel.
Vervolgens kwam het vertrek, vanwaar veroordeelden
het schavot betraden. Blijkens het reeds genoemde bestek-
van 1782 was het schavot niet permanent, doch moest
telkens weer opgebouwd en afgebroken worden. Voor dit
doel waren enige ijzers of binten, die uit de gevel uitsta
ken. Toegang tot het schavot verleende het vierde raam
in de reeks. Ook dit vertrek maakt thans deel uit van de
kamer van de gemeentesecretaris. De plaats van het schavot
hier was reeds zeer oud, want in een vonnis uit 1539 wordt
gesproken van een executie „mitten zwaerde op tscavot hier
bezijden tstadthuys".
Ais laatste kwam de kamer van vroedschappen en sche
penen, thans deel van de raadszaal uitmakend. Het vertrek
werd begrensd door de achter- en zuidgevel en door de
oude spreek- of vertrekkamer.
Dit vertrek bezat één raam in de achtergevel, drie in
de zuidgevel. Het gemeentearchief bezit een foto uit c. 1905,
waarop dit vertrek nog staat afgebeeld in de afmetingen,
die het in de 18e eeuw moet hebben bezeten. Het was ook
toen raadszaal, compleet met groen laken en pluche gor
dijnen.
Op de zolder waren de gevangenis en gijzelkamer, de
laatste bestemd voor hen, die wegens schulden werden ge
detineerd. De aanwezigheid van een gevangenis op zolder
is minder vreemd dan het lijkt. Nog altijd is er een te zien
op de zolder van het raadhuis van Edarn. Ook hier is niets
bewaard gebleven van de oorspronkelijke bestemming.
Toch is het niet zo lang geleden, dat de laatste gevangene
hier een tijdelijk onderkomen genoot, want tot 1862 fun
geerde de ruimte als Huis van Bewaring, jaarlijks een 150
gevangenen herbergend. In dat jaar kwam een nieuwe
kantonale gevangenis gereed aan de Schoolstraat, hoek
Nassaulaan.
Ten tijde van Vinck jr. zijn twee tekeningen gemaakt,
die hoe primitief ook, het stadhuis afbeeldden, zoals het
er rond 1770 uitzag. Zij tonen een zeer aantrekkelijk ge
bouw. Speklagen in alle muren; op de zuidgevel een zoge-
I)e raadszaal in 1905.