SCHAKEN
een machtig
mooie sport
tot oefening,
zoowel in iel DAM- als in let SCHAAKSPEL.
door Morbus
138
Het verenigingsleven van de Schiedamse schakers ont
stond waarschijnlijk in september 1860. Het jaarboekje van
Schiedam vermeldde van 1861 tot en met 1899 het schaak
genootschap ,,De Pion". De plaats van samenkomst was
het gebouw Musis Sacrum. Veel is daar gedaan om het
schaken te bevorderen. Men gebruikte daarvoor zelfs een
advertentie, hetgeen thans ongebruikelijk is. Zo bevat de
Schiedamsche Courant van 30 september 1875 de volgende
aankondiging:
Aan Heeren SCHAAK- en DAM-LIEF-
HEBBERS wordt berigt, dat in de
bijeenkomsten van het Schaakgezelschap ,,DE
PI0>'", welke lederen üingsdag-avond ten
7 ure worden gehouden in het Gebouw
sMusis Sacrum", de gelegenheid is geopend
Zij, die LID wenscben te worden van
genoemd Gezelschap, gelieven zich te ver
voegen bij den ondergeteekende.
Namens het Bestuur van het Schaak
gezelschap »de Pion",
Schiedam, E. J. F. MASCHECK,
28 September 1875. Secretaris.
Uit de aanhef van deze advertentie zou men kunnen af
leiden, dat de schaak- en damliefhebsters niet tot genoemd
gezelschap mochten toetreden. Sinds die tijd is er echt wel
wat veranderd.
Tot 1899 is dit gezelschap in het jaarboekje te volgen
doch wellicht heeft deze vereniging tegen het verval het
loodje moeten leggen. In het jaar 1900, om precies te zijn
op 26 september, werd de schaakvereniging „De Koning"
opgericht. Deze vereniging schaakte in het destijds bestaan
de Volkshuis aan de Lange Haven, in welk gebouw thans
de Openbare Leeszaal is gevestigd. Dit pand was eigendom
van de heer M. C. M. de Groot, een sociaal bewogen man
en een enthousiaste schaker, die veel voor deze vereniging
heeft gedaan. Toen de teruggang in het verenigingsleven
ook voor de exploitatie van het gebouw fatale vormen had
aangenomen, heeft de heer De Groot het pand om niet
overgedragen aan de gemeente, echter onder de uitdrukke
lijke voorwaarde, dat het uitsluitend zou worden gebruikt
voor culturele doeleinden, aan welke bestemming het thans
nog beantwoordt.
Na het ter ziele gaan van de schaakvereniging „De Ko
ning" werd op 25 februari 1923 de oudste der thans nog
bestaande Schiedamse schaakvereniging opgericht. De
oprichters van de „Eerste Schiedamse Schaakvereniging"
(E.S.S.), zoals deze vereniging, gezien het voorafgaande,
zich ten onrechte noemde, waren de heren T. v. d. Beek,
N. van Heiningen, M. Hakenmulder en J. Verburg, die te
vens het eerste bestuur vormden. Vele jaren werd in Musis
Sacrum geschaakt, doch op 1 september 1935 verkoos men
één der zalen van de Amstelbron. Men heeft daar tot 1
september 1959 geschaakt.
Dat deze vereniging al in de eerste jaren van haar bestaan
actief was met betrekking tot de schaakpropaganda blijkt
wel uit het feit, dat verscheidene schaakcoryfeeën op ver
zoek van E.S.S. een simultaanwedstrijd hebben gespeeld,
zoals prof. dr. M. Euwe in 1924, mr. G. C. A. Oskam in
1924, S. Landau (later secondant van prof. dr. Euwe bij
diens strijd om het wereldkampioenschap tegen dr. Aljechin)
in 1926, mr. W. Wertheim in 1928. Dit lijstje zou nog ver
der uit te breiden zijn, doch het geeft een goede indruk van
de propagandistische activiteiten, die deze enthousiaste ver
eniging toen al bedreef.
E.S.S. sloot zich reeds een jaar na haar oprichting aan
bij de (toen nog niet „Koninklijke") Nederlandse Schaak
bond. Dat zij dit lidmaatschap wel waard was bewees het
eerste tiental, dat in 1925 in de 3e klasse B II het kampioen
schap behaalde. De prijs: een zilveren medaille en f 30,
in contanten. Een aardig bedrag in die tijd. In 1924 werd
voor het eerst de strijd om het persoonlijke kampioenschap
van Schiedam georganiseerd. Ook hierin toonde E.S.S. haar
kracht. De eerste en tweede plaats werden bereikt door
respectievelijk de heren J. Penning en W. Moolhuijsen, die
beiden lid van de E.S.S. waren. Twee jaar later, het volgen
de kampioenschap, wist de bekende Schiedamse oud-notaris
J. F. W. Meijer, inmiddels ook lid van de E.S.S. geworden,
beslag te leggen op de titel. Oud-notaris Meijer was een
zeer goede speler, getuige het feit, dat hij jaren achtereen
het kampioenschap op zijn naam bracht, zelfs in 1957 wist
hij nog een tweede plaats te bereiken.