175 Werd toen soms de originele torenmuur gebouwd? en tevens de oude zuidbeuk opnieuw onderhanden genomen? Je zou het willen veronderstellen want nadien schrijft men soms bij begraafkosten „nieukerck" of „ouwe Kerk". Dan in 1630 lezen we plotseling „Besteck voor het maecken van de affgebrande kerck". Afgebrand, wanneer en waardoor? Geen letter, ondanks de vrij geregelde jaarrekeningen. Het valt wel op dat Jan Dircks tot 1625 jaarlijks f 2,voor de kerk schoonhouden ontving en dan niet meer. Eveneens dat er in 1626 en 1627 maar een graf verkocht werd en dan tot 1632 geen enkel. Terwijl 5 verkopen per jaar normaal waren. Ook valt het op dat de toren in 1626 een nieuw leijendak krijgt voor f 128,Was dit oorzaak of gevolg van brand? In 1629 wordt tot kerkmeester benoemd Jan Frederick, en Gerrit Pieters gecontinueerd tot de kerk zal zijn gebouwd, om dan rekening te doen. De brand moet dus plaatsgevonden hebben tussen 1625 en 1629. Aannemers van de herstelwerkzaamheden zijn de timmer man Jan Claes uit Vlaardingen voor f 895,en de metselaars Claes Louwens en Pouwel Pieters uit Overschie f 2065, Het ijzerwerk levert Pieter Jans uit Schiedam per pond te wegen in de waag te Schiedam. Claes Jans Witmans maakt 9 glazen van 6 vakken en 5 glazen van 4 vakken met wapens „met haer coleuren en quartieren zonder opspraeck," terwijl Claes Claes uit Nieupoort het witte glas van de 14 ramen maakt. Met nog andere kosten bedraagt de kerkbouw f 8744, De herbouw werd mede mogelijk gemaakt door het in 1625 opgemaakte testament van Joris Corsz. Post, gehuwd met Claesge Claesdr. Wonende in de Oost-Abtspolder vermaakt Joris Corsz. „sieckelijk bij de viere sittende" zijn helft, van woning, landen, inboedel en levende have, aan onze kerk. Deze helft bedraagt f 4000, Daarbij kwam ook nog de erfenis van Trijntge Michelsdr. die, als vrouw van Jan Andries, in 1618 de helft van een woning aan de Groeneweg voor 1/4 nalaat aan de kerk en het res terende 1/4 aan de Heilige Geest armen. Verdere middelen tot ontvangsten bestaan uit beleggen van graven met tegelen f 312,de gld op de tonne bier, jaarlijks f 100,alsook uit „willige consenten als ommeslag" f 900,Dat dat alles niet even soepel binnen kwam blijkt wel uit een rekening van de bode Dirck Maertens Hecken- houck, waarbij deze zich beklaagt, dat hij wel vijfmaal door de uiterste hoeken van het Ambacht is geweest om aan te zeggen en dat met noodweer, regen, wind, en kniediep door het slik. Ook zijn er aanhangers van de oude leer, Joris Jans de Vette en de kinderen van Corn. Corn, van der Harg, die niet willen betalen. Ter verering kreeg de kerk 14 ramen. Geldelijke bijdragen werden geschonken door de Prins van Oranje, de Gecommi- teerde Raden, Delfland en 7 steden, waar onder ook Schiedam, totaal f 648,Gouda en Vlaardingen lieten het zelg uit voeren, terwijl ook het raam van de Ambachts Heer buiten dit bedrag valt. Hoelang dezen met wapens beschilderde glazen de kerk gesierd hebben, weten we niet. Het laatste gegeven is van 1669, als de schoolmeester Gerrit Jacobs Boeckholt uitgewaaide glazen maakt en „Noch voor het schilt daer de Ketel instaet, 15 stuyvers" apart rekent. Overigens bleven de moeilijkheden van het kerkbestuur in de loop der tijden met de katholieke inwoners van Kethel niet beperkt tot die vermeldde wanbetalingen. In het 4e jaar der Bataafsche Vrijheid, 1798, verzoekt de Municipaliteit van Kethel opgaaf van het bezit der „Gerefor meerde Kerk", immers in ons land is de mogelijkheid geopend voor de Rooms Katholieken om aanspraak te maken op genaast bezit. Het wordt een kwestie van touwtrekken. De Gereformeerden overleggen vele jaarrekeningen en die van de kerkbouw uit 1630. Een nieuwe constitutie in 1801 maakt een eind aan de onderhandelingen. Door koning Lodewijk Napoleon wordt er in 1808 weer een nieuwe mogelijkheid geopend en Rooms Katholiek Ketel vindt een vurig voorvechter voor hun zaak in de nieuwe pas toor Nicolaas Colijn. Het aantal der Rooms Katholieken blijkt 577 te zijn en dat van de Gereformeerden 360, maar zeggen deze laatsten, dat is geen argument, vroeger was dat andersom. De bemiddelaar F. van Hoogstraten, raadt de Katholieken aan hun aanspraken te laten vervallen tegen ver goeding van f 800,Dezen argumenteren dat hun in 1798 f200,geboden is. Hetgeen weer door de Hervormden wordt ontkend; overeenstemming blijft uit, nu voorgoed. De eerste werkelijke ingreep na de aanbesteding van de herbouw in 1630 was de uitwendige restauratie van 1929 waarin de kerk groten deels zijn huidige gestalte dankt. De restauratie vindt plaats onder toezicht van de architecten J. Snijders en Van der Vlis,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1970 | | pagina 15