213 als onbekrompen wijze, door haar ge sticht" aan haar giften heeft toege voegd. (De Alida-kleuterschool in Schiedam-Zuid is ook een van haar schenkingen). Voor de meubilering van het huis werd een verloting georgani seerd (adv, in de Schied. Crt. van 14.5. 1869). De voor de verloting beschikbaar gestelde voorwerpen werden eerst ten toongesteld in het nieuwe gesticht, 1344 bezoekers kwamen er kijken (ze konden ook gelijk de nieuwe inrichting be zichtigen) en alle 5000 loten werden verkocht. De krant schrijft dat er ook voorwerpen „van waarde" bij waren, wij mogen ons afvragen welke gruwe lijke rommel, die we nu waarschijnlijk als „echt antiek" waarderen, daar ge- exposeerd is geweest. Op 29 september 1869 geeft de Schied. Crt. een fraai verslag van de officiële opening. Eindeloos veel toe spraken, waarna „inmiddels de tafel voor de verpleegden was aangerigt en de president de vergaderden in de ge legenheid stelde, hen het middagmaal te zien gebruiken". De „bezetting" bestond toen uit 5 mannen, 6 vrouwen en 10 kinderen, benevens een binnen-vader en -moeder. De krant vond het nog nodig „niet onopgemerkt te laten voorbijgaan, dat het college van regenten en regentessen getoond heeft de eischen van den tegen- woordigen tijd ook in dezen te ver staan, dat een vertegenwoordiger der pers als verslaggever tot bijwoning dezer plegtigheid was uitgenodigd". In die tijd zal ook de gevelsteen DIACONIEHUIS zijn aangebracht, die onlangs door verwijdering van de oude naamborden weer aan het licht is gekomen. In 1911/1912 gingen regenten van het Diaconiehuis een overeenkomst aan met het Weeshuis der Hervormden, welke laatste instelling eerst een ver bouwing financierde, en vervolgens in 1925 pand en inzittenden met lusten en vooral lasten, overnam. In de dertiger jaren heeft het pand enkele jaren leeg gestaan, waarna het tot ca. 1940 gebruikt is voor jeugdwerk in algemene zin, figuurzaag- en hand- werkclubs, onder meer van de V.C.J.C., uitgaande van de N.P.B. Na 1940 komt de voedselvoorziening met de voedselvoorzieningscommissa ris en diens staf er te zitten, spoedig gevolgd door het gemeentelijk bureau voor Huisvesting. Tussen 1945 en 1953 werd het be volkt door: Huisvesting, Politieke Op sporingsdienst, padvinders, en ook be gon de Schiedamse gemeenschap daar zijn eerste wankele schreden op het Schiedamse coördinerende culturele vlak. In 1954 verkocht het Weeshuis der Hervormden, inmiddels meer bekend onder de naam „De Lindenhof" het pand aande Diaconie der Her vormde gemeente, die het onderbracht in een stichting genaamd „Sursum Corda". Die verhuurde ruimten aan: Pro Juventute, een drukkerij, de ge meentelijke Stichting voor Maatschap pelijke- en Gezinsvoorlichting, een beatband, kleedruimte voor de Rijn mondband en verder werden twee zalen als feestzaal voor bruiloften en partijen geëxploiteerd. In 1969 ontstond in Schiedam een nieuwe jeugdsociëteit, gedeeltelijk voortgekomen uit de sociëteit Den Teirquast onder de Opstandingskerk in Nieuwland. Deze mensen zochten een gebouw, en vonden ruimte in „Sursum Corda". Wèl werd hen ge zegd, dat ze er op korte termijn even tueel weer uitmoesten, want het pand stond te koop. Een hier ter stede be staand fonds, met een charitatief- sociale doelstelling kocht toen het pand en gaf het in gebruik aan de in 1969 opgerichte stichting „De Teerstoof", een naam die enigszins herinnert aan de inmiddels overleden sociëteit de Teirquast. Deze stichting nu heeft boven enkele localiteiten aan de jeugd sociëteit „Quo Usque Tandem" („Hoe lang nog?", herinnerend aan de maan den dat ze op een schopstoel zaten) in gebruik gegeven, enkele instellingen uit de Sursum Corda-tijd zoals Pro Juven tute en de drukkerij zitten er nog, ter wijl de andere ruimten nu langzamer hand wederom voor jeugdwerk alle een bestemming krijgen. Van woonhuis tot bejaardenhuis, en via kantoorpand tot jeugdhuis, of hoe een oud pand zich verjongt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1971 | | pagina 9