VAN KAASKEREN
EN OPROER:
SCHIEDAM 1854
Jtëi
112
knapen te ontzetten. I)e blamage voor
de politie werd nog groter, toen op
het eind van de avond ook de andere
onruststoker, onder druk van de woe
dende massa, werd vrijgelaten. Om
streeks 11 uur keerde de rust terug.
Het college van burgemeester en
wethouders kwam vrijdagochtend al
vroeg bijeen, vastberaden de onlusten
te onderdrukken. Besloten werd bij de
Commissaris des Konings dertig man
cavalerie aan te vragen ter versterking
van het danig aan zelfvertrouwen in
geboet hebbende politiekorps. Voor
de rest meende het college de zaak te
kunnen sussen met het uitvaardigen
van een publikatie, waarin de burgers
werd verzocht zich 's avonds zo wei
nig mogelijk buiten te laten zien. Vrij
dagsmiddags werd onder druk van het
gerucht dat 's avonds de grutters en
aardappelverkopers met een bezoek
zouden worden vereerd, de broodprijs
door het gemeentebestuur met 2 cent
verlaagd. In plaats van de 30 man
cavalerie waarom het gemeente
bestuur had verzocht, marcheerden
tegen vijven 60 man infanterie uit
Delft de stad binnen. Naar de sterkte
te oordelen werd de infanterie aan
merkelijk minder hoog aangeslagen
dan de cavalerie. Onmiddellijk na
aankomst werd samen met de opge
trommelde 1ste compagnie schutterij
de wacht op de markt betrokken, ter
wijl patrouilles de stad doorkruisten.
Reeds vroeg in de avond raakte een
van de patrouilles slaags met een
menigte volks in de buurt van de
i^Ho££«n&scli«
ELECTRO-MAGNETISCHE TELEGRAAF.
Hel Kaütook ie kwft <1™ tP1SP-,
ten ure min. des dag», Let volgende berigt ontvangen, bestemd
Afyezmdm iot*c/jc/* U
'Un {J? 1**4
Jf grafi.l
Sluisbrug en Kruisstraat (Korte Dam).
Hierbij werden enige geweerschoten
gelost, maar niemand raakte gewond.
Even later verzamelde de schare zich
op de markt, waar ze stenen begon te
gooien naar de daar verzamelde
schutterij en infanterie. Omstreeks
half acht werden van de zijde van het
gemeentebestuur samenscholingen
van meer dan drie personen verboden.
Op de verzamelde menigte had het
verbod geen enkele uitwerking, inte
gendeel, zij groeide nog sterk in getal.
Veel meer imponeerde de verschijning
van 20 man rijdende artillerie uit Lei
den, die omstreeks half tien in de stad
arriveerden. Met de komst van dit
paardenvolk kregen de op de markt
in het nauw gedreven infanterie en
schutterij weer de overhand. Opnieuw
konden patrouilles, nu versterkt met
manschappen van de artillerie, de stad
doorkruisen. Laat in de avond werd
bij een dergelijke rondgang door de
stad het paard van een artillerist op
lafhartige wijze doodgestoken. Dat het
paard van koning Willem III van deze
lage streek het slachtoffer was en dat
daarom Willem III Schiedam nooit
heeft bezocht, zoals de volksmond
nog steeds verhaalt, moet naar het
rijk der fabels worden verwezen. Het
incident betekende echter wel het
einde van het oproer. Voor de arbei
dersbevolking was het gebeurd. Apa-
tisch berustte zij in haar schijnbaar
onafwendbaar lot.
Het gemeentelijk bestuursapparaat
daarentegen ging nu pas goed func
tioneren. Met het spookbeeld van vrij
dagavond voor ogen, besloot het de
volgende ochtend versterking van de
militaire macht aan te vragen. In de
loop van de dag kwamen nog 50 man
rijdende artillerie uit Leiden en 40
man infanterie uit Delft de stad bin
nen.
In totaal waren nu 170 man, bui
ten de officieren, in de stad aanwezig,
die op stadskosten onderdak en voed
sel behoefden. De manschappen wer
den ondergebracht in de Doelen en
de exercitieschuur. Voor de comman
dant van de troepen, de majoor Koch,
werden bij een particulier in de Boter-
straat twee benedenkamers in gereed
heid gebracht, terwijl de overige offi
cieren bij de wed. Engering op de
markt en bij de kastelein J. van Vel-
sen in het Logement De Visscherij
werden ondergebracht.
Hoe zwaar het gezag van de ma
joor woog, bleek uit het feit dat hij
enige dagen later bij het zuinige ge
meentebestuur gedaan kreeg, dat voor
zijn officieren een leegstaande woning