EINDELIJK HEEFT DE
SCHIEDAMSE JEUGD
WEER EEN EIGEN RAAD
I
Door Jos van der Lugt
117
I
Het gekrakeel rond de Schiedamse
raad voor jeugd en jongeren is ver
stomd. Na de verkiezingen op 16 en
17 juni van de vijf „ongeorganiseer
de" bestuursleden is er een angstige
stilte gevallen. Velen die zich eens
belangstellend noemden, leunen nu
achterover en laten het initiatief, voor
wat dan ook, aan de raad. Een van de
factoren die de start van de raad voor
jeugd en jongeren niet alleszins ide
aal doen zijn.
Historie
In 1947 werd een raadscommissie
voor de jeugd in het leven geroepen,
bestaande uit 4 raadsleden en 4 leden
van de toenmalige Nederlandse Jeugd
Gemeenschap, afdeling Schiedam.
Het was een adviesorgaan van B. en
W.
In 1960 werd in plaats daarvan de
Schiedamse jeugdraad opgericht,
waarbij zich vrijwel alle toen bestaan
de jeugdwerkverenigingen aansloten.
Verenigingen echter die slechts 15%
van de Schiedamse jeugd besloegen.
Het werkterrein en het zicht op ande
re werkvormen was daardoor dan ook
erg beperkt. Bovendien stonden bij
zonder jeugdwerk (clubhuizen) en
later de vele opkomende sociëteiten
hier volledig buiten. De jeugdraad
was een erg gesloten orgaan dat lang
zaam in slaap dommelde. Verdere
oorzaken hiervoor waren: moeilijk
heden rond de bestuurssamenstelling
en de geringe medewerking van de
aangesloten verenigingen, die trou
wens allemaal tot het zgn. „methodi
sche" jeugdwerk behoorden.
Om de raad een nieuwe injectie te
geven, werd besloten de jeugdraad
open te stellen voor alle jeugdgroepe-
ringen en het bestuur op een bredere
basis samen te stellen. Naarmate ech
ter de wolken zich boven de weinig
meeveranderende jeugdverenigingen
samenpakten, verviel de jeugdraad in
een tijdeloze navelstaarderij. De
verenigingen bleken niet alleszins in
staat de ontwikkelingen in de „jeugd-
wereld in beweging" te volgen en de
jeugdraad was daarvan het eerste
slachtoffer. In plaats van een orgaan
waar samen gezocht werd naar op
lossingen voor de moeilijkheden, werd
het slechts een orgaan voor subsidie
verdeling.
Ondanks de vrij lange periode die
de raad gegeven werd om zich op
nieuw op zijn taak te bezinnen, is er
weinig gebeurd om er nog wat van te
maken. De jeugdraad was in een vici
euze cirkel gekomen, waaruit zij niet
ontsnapt is.