118
De overleden raatl was da» ook een
van de redenen waarom de gemeente
lijke jeugdcommissie in oktober 1968
zich heeft beziggehouden met de
vraag op welke wijze de Schiedamse
jeugd weer betrokken kon worden bij
het plaatselijke jeugdbeleid.
Veel verder dan de conclusie dat
de oude jeugdraad niet meer functio
neerde is men overigens niet geko
men en ik vrees dat we dan ook wei
nig uit het verleden geleerd hebben.
In februari '69 verzocht de gem.
jeugdeie. 15. en W. een openbare bij
eenkomst te houden met het doel, het
ter discussie stellen van de inspraak
van de jeugd in het plaatselijk jeugd
beleid en de organisatie daarvan.
Voor deze bijeenkomst op 3 maart
1969 werden uitgenodigd het bestuur
van de Schiedamse jeugdraad, de be
sturen van de bestaande jeugdorgani
saties en personen van wie een goede
bijdrage kon worden verwacht.
Op 22 oktober werd een tweede
hearing gehouden met als gespreks
onderwerp: hoe komen we tot een
jeugdraad-nieuwe-stijl. Het was een
logische zaak dat er iets moest ge
beuren.
Op deze bijeenkomst werd echter
aangenomen niet verder te praten
over een jeugdraad-nieuwe-stijl. Het
alternatief was: ga eerst eens bekijken
wat er in Schiedam op het gebied van
jeugd- en jongerenwerk gebeurt
bekijk wat er met die 17.000 jongeren
tussen 14 en 25 gebeurt (veelal de on
grijpbare groep genoemd), om daarna
op grond van ingewonnen informa
ties, een nieuw beleid op te bouwen.
Aan het eind van de hearing werd
de zgn. voorbereidingscommissie open
werkgroep plaatselijk jeugdbeleid
Schiedam opgericht.
Twee jaar werken een immense
berg nota's, enz. hebben geresulteerd
in een Schiedamse raad voor jeugd en
jongeren die voor de eerste 16 maan
den de taak heeft om te doen wat op
de hearing van 22 oktober 1969 al als
noodzaak werd onderstreept.
en nu
Een raad die zich voor een aantal
zeer acute problemen gesteld ziet. Ik
vrees dat de raad weinig kans krijgt
om tc doen waarvoor ze er eigenlijk
gekomen is, en zich grondig tc bezin
nen op haar taak. Een deel van de
huidige bestuursleden heeft de ont
wikkelingen binnen de voorbereidings
commissie niet gevolgd. Er zullen
eerst een paar stappen terug moeten
worden gedaan.
Stappen terug om inzicht te krijgen
in de maatschappelijke ontwikkelin
gen die van invloed zijn op de „jeugd-
wereld". Dit zonder echter daarmee
de jeugd in een isolement te manoeu
vreren waarin ze al zo vaak paterna
listisch is, en nog wordt geduwd.
Ontwikkelingen die in zich hebben:
de toenemende duur van de scholing
voor de arbeidsfase. Scholing die
daarmee zeker niet afgelopen is, maar
door zal gaan (de grondgedachte van
de education permanente).
De vermeerdering van de vrije lijd
en dn zich voortdurend wijzigende
maatschappelijke verhoudingen en de
invloed die de jongeren daarop pro
beren uit te oefenen (actiegroepen).
Het leefmilieu van de jeugd is ver
anderd. Het gesprek en de wezenlijke
ontmoeting krijgen een steeds grotere
waarde. Het beleid zal er vooral op
gericht moeten zijn dit soort ontwik
kelingen te signaleren en op de voet
te volgen. Dit echter met inachtne
ming van de totale maatschappelijke
situatie van jeugd en jongeren. Waar
mee we eindelijk de zo wijd en zijd
geroemde integratie misschien eens
een stuk gestalte kunnen geven.
jeugdservice
De opbouw van de Schiedamse
raad voor jeugd en jongeren zal, hoop
ik, gaan in de richting van de jeugd
service. Waar het m.i. om gaat, is het
begeleiden van een flexibele eigentijd
se vorm van jong-zijn. .long-zijn in de
betekenis van een bepaalde periode,
waarin de t i j d s beleving (niet alleen
de vrije tijd) van jeugd en jongeren
een geïntegreerd deel van de samen
leving is. De nog bestaande metho-