VENUS SATURN
MERCURY
141
we gemeenteverordening voor: Aan
gezien mijn heren Schout, Burgemees-
teren, schepenen en raden dezer stede
bemerken dat de ongoddelijke afgo
derij van tovenarij of dergelijke dui
velskunsten opnieuw binnen deze stad
begint op te steken, hebben ze alle
moeite gedaan om er achter te komen,
wie deze roddelpraat uitstrooit, want
men weet niets zeker, maar op bloot
vermoeden worden er mensen van
duivelskunsten beschuldigd. NEEL-
TJE ANDRIES, de huisvrouw van
Maarten Pouwels Houtkoper, die aan
de westzijde van de Lange Haven
woont, heeft zich bij het stadsbestuur
beklaagd dat zij wordt nageroepen als
heks. Heren stadsbestuurders hebben
een aantal door Neeltje aangewezen
personen in haar bijzijn ondervraagd,
maar die zeggen allen van niets te
weten. Nu moet het maar eens uit
zijn, zonder meer wordt verboden om
in Schiedam over tovenarij te praten.
Tenzij iemand een of meer per
sonen bewijsbaar kan beschul
digen, dan moet hij die maar „secre-
telijk" (vertrouwelijk) aangeven en
zullen die ook vervolgd worden.
Begon het licht door te breken bij
heren bestuurders? Altijd weer roddel,
meest van vrouwen die elkaar niet
mochten, maar heksen bestonden toch
eigenlijk niet? Voorzichtig werd er in
wetenschappelijke kringen in die tijd
al geopponeerd tegen heksenvervol
ging, vooral Johannes Wier, een gebo
ren Nederlander, arts o.a. in Arnhem
en later aan Duitse vorstenhoven,
heeft zich in geschrifte fel tegen de
heksenwaan verzet. Dat hij daardoor
zelf verdacht werd, behoeft nauwe
lijks vermelding.
Vier jaar later was het weer raak.
Tussen februari en mei blijkt uit een
reeks akten dat minstens 5 vrouwen
zich aan toverij schuldig maakten. De
officier van justitie liet een reeks ver
klaringen opnemen voor de schepen
bank, waarbij alle ondervraagden ver
klaarden dat ze gehoord hebben dat
MARITGEN SCHOENMAKERS,
ook genoemd Maritgen Arents, huis
vrouw van Jacob Adriaans Schoen
maker, is „befaamd van toverie" maar
ze kunnen niets in haar nadeel ver
klaren. Een der getuigen verklaart dat
niet zij de roddelpraatjcs rondstrooit,
maar „ene Swarte Broer Jan te Delft",
een kwakzalver en piskijker. In febru
ari al wordt de scherprechter van het
Hof van Holland, de provinciale heul
dus, naar Schiedam besteld 0111
DIELAVER D1KKSDR ter torture en
scherpe cxaminatie te brengen en als
ANNA HONDERD THEUNEN op
27 maart een klein meisje betoverd
heet te hebben, wordt ze gelijk gear
resteerd. Verder worden in dat voor
jaar nog ANNA CLAAS LAANGES
en BAY BUYSEN opgeborgen. Voor
een deel worden deze vrouwen naar
Den Haag gebracht waar de Gevan
genpoort heter instrumentarium be
vatte 0111 bekentenissen af te dwingen.
I11 mei reist de baljuw naar Den
Haag 0111 kopieën van de bekentenis
sen van Anna Honderd Tcunen op te
vragen, teneinde zijn rechtszaak tegen
haar voor te bereiden. Veel geld uit
de verbeurd te verklaren goederen
van deze vrouwen schijnt de baljuw
niet verwacht te hebben, want eerst
laat hij het stadsbestuur hem toezeg
ging doen dat de kosten die niet uit
de verbeurdverklaringen verhaald
kunnen worden, door de stad betaald
zullen worden.
In maart 1592 wordt het proces
nog even genoemd, maar in november
van dat jaar is Anna Honderd Teunen
zó ziek, dat 4 Schiedamse mannen
zich bij de vroedschap komen presen
teren als borg „voor hun schoon
moeder Anna Honderd Teunen"
(welke Schiedammer kan nu nog zeg
gen, inijn schoonmoeder is een heks?)
en vragen toestemming om haar bij
een van hen ter verpleging in huis te
mogen nemen. Dit wordt zowaar toe
gestaan en als ze op 4 december daar
op overlijdt, moet haar lichaam op
last van het stadsbestuur bij avond op
het galgeveld worden begraven.
Ze was niet veroordeeld, ze was nu
dood, maar men kon natuurlijk nooit
weten
Hoe de rechtzaak in Schiedam
tegen de anderen verlopen is, is bij
gebrek aan stukken weer niet te vol
gen, maar Maritgen Arents gaat in
hoger beroep hij de Hoge Raad van
Holland. Deze geeft een lange sen
tentie uit op 8 juni 1593. Hieruit ko-