i
EEN
WIIKCENTRUM
IN OPBOUW
r
i
Vroeger
Ton Bassont
1
132
Het clubhuiswerk in de meeste
buurten is ontstaan vanuit de behoef
te „iets te doen voor de arme men
sen". Uit een soort liefdadigheid, die
zoals toen gebruikelijk was, voorna
melijk werd bedreven door de betere
standen met sociaal gevoel of door
de kerken. Zo ook in de Gorzen.
I)aar werd door het Sint Franciscus-
liefdewerk het clubhuis St. Willibrord
gesticht met het doel om de jeugd en
volwassenen uit de wijk aangenaam
bezig te houden met een voortduren
de verwijzing naar de christelijke
boodschap. Oni aan het eerste doel
tegemoet te komen begon men met
het clubwerk, waarbij als voorschrift
gold dat het allemaal zo eenvoudig
en goedkoop mogelijk moest. De
christelijke boodschap kwam voor re
kening van een pater die tot dat doel
een kapel tot zijn beschikking had.
Langzamerhand echter ging het
werken met clubs zodanige eisen aan
de leiding stellen, dat men moest
overgaan tot de aanstelling van be
roepskrachten en tot aanpassing van
het clubhuis aan de in de loop der
tijd veranderde inzichten. Voor het
clubhuis St. Willibrord kwam dat er
op neer dat de band met de kerk
zover moest worden losgemaakt dat
het clubhuis zich algemeen kon gaan
opstellen. I)at het clubhuis zou wor
den voor iedere Gorzenbewoner, on
geacht zijn politieke of godsdienstige
overtuiging.
Voor wat betreft de bevolking heeft
deze deconfessionalisering nogal wat
problemen gegeven. Vooral voor de
volwassenen die regelmatig het club
huis bezochten, die er de missen (met
koffietafel na) bijwoonden en die er
een stuk aanvullende kerkelijke zorg
in vonden. Het feit dat een priester
zich met de leiding bezighield gaf die
groep vertrouwen, dat met de komst