68
dat ik hoog liep met het boek van Cervantes; maar dat
is voorbij. Ik lees er thans even weinig in als in Sterne's
Tristram ShandyWeg met alle humor! humor is li
quor! en liquor is vergif. Leve de Logica!
Aanteekening van den Corrector lid van en/.,
ten gevolge enz.
NB. De Ueeren hebben met verlof, beiden ongelijk.
De Russen bezitten wél den Bijbel maar niet Cervantes.
De arme man kan dus wél van Salomo maar niet van
Sancho Pan^a gewagen. Die pil slikke mijn Neef. Wat
de aanmerking over Sancho Panca betreft, ik beklaag
iedereen die ten gevolge van een Matigheids-genoot
schap humor met liquor verwart, en ongevoelig is voor
de schoonheden dier dioskuren aan den humoristischen
diehthemelCervantes en Sterne. Hij heeft den Para
dijsvogel nooit gezien, waarvan Jean Paul (hoeden af!)
in zijne Vorschule der Aesthctik spreekt.
Ik.
(g) LAATSTE AANTEEKENING bij wijze van samen
spraak.
Mijn Neef. Oom, wat zyn knoebels
Ik zeer deftig. Franjes.
Mijn Neef. He! Oom! Waarom geen franjes gezegd?
Ik, nog deftiger. Dat kwam zóó in 't rijm te pas.
Mijn Neef. Schrijft gij knoebels op grammaticale
gronden
Ik onbegrijpelijk deftig. Ja
Mijn Neef. Op icelke