Weèr praalt Aurore in hoogtijdsdosch En meldt ons dat de dagkaros Hervoort rolt uit de blaauwe baren, Terwijl de bonte zangrenstoet Op nieuw heur blijde ontwaking groet In 't loverdak der Jindeblaaren. Weer fladdert door de groene blaan De dartle Zefier af en aan, En kust de zilvren pareldroppen Waarmee de zoele zomernacht net dorstig lover heeft bevracht Van woudpriëel cn bloesemknoppen. Weêr walmt van 't schittrend veldtapect, Met roos en anjelier bekleed l)e zachte balsemgeur in 't ronde; Weêr vliegt het mondend bietjen uit Naar boekweitveld en bloem en kruid In de overschoone morgenstonde. Maar, schoon het zangrig pluimgediert' 't Ontwaken van den morgen viert

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 111