[omen en G^mnwen. Bloemen tooijen veld en gaarde Met haar duizendvoudig schoon; Op het rijk tapeet der Aarde Spreiden zij Gods magt ten toon. Koor van blijde Filomelen! Meldt haar lof in 't avonduur! Bloemen zijn de keurjuweelen In het feestkleed der natuur. Vrouwen zijn de schoonste bloemen Die de Schepping 't aanzijn gaf: Ileel haar invloeddien wij roemen Daalde uit hooger spheren af Toovrend voert haar liefde ons over Naar een Eden van genot. Vrouwen vlechten heinelloover In het weefsel van ons lot. Bloemen, die ons oog verrukken Door haar kleuren, rijk aan gloed,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 113