92
dringt, waar een plaatsje voor hem open isdie
meer tong dan hersens heeft, meer woorden dan
wetenschap die een avondgezelschap tot laat in
den nacht kan bezig houden, en intusschen
over zijne eigene nietigheid en die zijner diseh-
genooten moet blozen - het snorrende rad, dat
een' wijzer heeft, welke steeds op n.° 11 blijft
staan
Klatergoud
11. T. Lublink Weddik.