106 een weinig las. Mijne overige goederen zouden mij door mijne vrienden nagezonden worden. Ik had bijna een' geheelen dag doorgereden, en zoo even nog in mijn' lievelingspoëet, misschien voor de honderdste maal, gelezen: Scandit aeralas vitiosa naves Cura nee turmas cquitum relinquit. toen vermoeidheid des ligeliaams en afmatting van den geest mij deden hesluiten, om in het naaste stadje halt te houden. Ik stapte dan af in eene herberg, waarvan het uiterlijk voorko- nen mij goede bediening, matigen prijs en wei nig drukte voorspelde, en verzocht eenig avond eten, met oogmerk, mij tijdig ter rust te hegeven om met het krieken van den dag de reis te kunnen vervorderen. Terwijl het souper bereid werd, begaf ik mij naar de zaal, die ik le dig hoopte te vinden. Ik was niet gestemd om gesprekken over onverschillige zaken aan Als wij ons naar zee begeven Straks klimt zorg op de achtersteven Zorg verz»lt de ruiterij Stijgt mee op en blijft haar bij. Naar de vertaling van Öostejidijk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 146