112 schappelijke vermoeijenis hem aan het stap pen, mij aan het lezen bragt. Labor omnia vincit Improbns. zag ik in mijn vademecumen vol moed het op de naastgelegene stad los. Daar zocht ik iets in den mantelzak, en vond mijn rozen struik reeds geknakt, en de sierlijke bladen gekreukt. Gramstorig wilde ik dien wegwerpen, doch een klein stukje beschreven papier, dat uit den steel hing, trok mijne aandacht. Ver heeld u mijne ontzetting, (oen ik daarop het volgende las«Wie gij ook zijn moogt, die dit ontvangt, red, zoo nog redding mogelijk is, »de ongelukkige Amelia!» Ik was verplet. iVu eens scheen het mij haar schrift, dan weder niet. 0 Waarom niet ééne letter meer, om mij van de vreesselijke onzekerheid te bevrij den? Waar was zij, de ongelukkige, die red- Een onvermoeide arbeid komt. alles le boven. De verliefde Jurist, vergist zich hier. Deze spreuk wordt niet bij H o rati us gevonden maar bij VlRciUCS.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 152