114 morgen, en onderzoeken wij en ik bestelde mij een nachtverblijf. IIET GEMASKERD BAL. V oor zoo ver ik van den eerlijken hospes en zijn gezin, benevens van de weinige bekenden, die ik aantrof, had kunnen vernemen was noch Amelia noch haar voogd in of omtrent deze stad. Het was avond geworden. Eene menigte men- schen, en rijtuigen, waarin sierlijk gekleedde dames, krioelden door de niet zeer breede stra ten. Ik vernam dat er een gemaskerd bal zou plaats hebben, en hoe weinig ook zoo iets met mijnen tegenwoordigen toestand strookte, (daar ik nimmer van gemaskerde bals boude, de men- selien zijn builen dat reeds genoeg gemaskerd,) ik ging ermede heen. Weinig tijds had ik het bont gewoel aangestaard, of eene Dame, ineen smaakvol herderinnengewaad trekt mijne aan dacht, en werktuigelijk had ik haar reeds om vat. Een electrieke schok doortintelde mijik was bedwelmd, ik zog niets meer, ik hoorde niets meer, en toch gevoelde ik mij onuitsprekelijk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 154