Scljlummte simftlm gutc frommc Stele. ÏÏÖJLTY. Ik zag haar eens, met d' onschuldblos versierd, Zij huppelde langs 't pad, waar voorspoedsstralen daagden Door jong en oud om strijd gelijfstaffierd 't Juweel der maagden. Ik zag haar ook in 't staatlijk bruidsgewaad Geleund op s minnaars arm, den Tempel binnentreden; 'k Heb meê haar 't duurzaamst heil, in d' echten staat, Van God gebeden. k Zag haar voor t laatst, en 't doodkleed was gespreid In 's levens lentebloei lag ze op de lijkbaar neder. Ach! 't jongst vaarwel moest al te ras gezeid 'k Zie nooit haar weder. Ja 'k Zie haar weer in Englendos gehuld Dat waarborgt mij 't geloof in Godes Eengeboren Als ook mijn taak op aard' zal zijn vervuld In 's Hemels koren. K. N. M.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 161