Scljlummte simftlm gutc frommc Stele.
ÏÏÖJLTY.
Ik zag haar eens, met d' onschuldblos versierd,
Zij huppelde langs 't pad, waar voorspoedsstralen daagden
Door jong en oud om strijd gelijfstaffierd
't Juweel der maagden.
Ik zag haar ook in 't staatlijk bruidsgewaad
Geleund op s minnaars arm, den Tempel binnentreden;
'k Heb meê haar 't duurzaamst heil, in d' echten staat,
Van God gebeden.
k Zag haar voor t laatst, en 't doodkleed was gespreid
In 's levens lentebloei lag ze op de lijkbaar neder.
Ach! 't jongst vaarwel moest al te ras gezeid
'k Zie nooit haar weder.
Ja 'k Zie haar weer in Englendos gehuld
Dat waarborgt mij 't geloof in Godes Eengeboren
Als ook mijn taak op aard' zal zijn vervuld
In 's Hemels koren.
K. N. M.