van 29 November 1836. Gods adem blaasten West en Noorden Als door één schok ontzet Hoortlangs zijn fel gezweepte boorden He schorre windtrbmpet. De zee wordt uit haar bed gedreven En golven hemelwaarts geheven Verkonden luid de magt van aller winden Vorst. Het woud, dat op zijn kruin den last van eeuwen torscht Kraaktscheurt eli ligt ter aard' gebogen Ontworteld door Gods alvermogen 1 l'aleizen, op wier hooge tinnen Het oog bewondrend staart Ontroeren ook de trotsche zinnen l)er Vorsten van deze aard' 1 De hut en stulp met rieten daken Doen 't landvolk bange zuchten slaken

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 162