129 'k Laat de wijzen (spreekt hij) stappen »*0p hun doornig pad Kroonen hen de wetenschappen Kroone mij mijn schat Zoo verloktverkloekt meest allen De uiterlijke schijn; Wat men schoonst in 't oog ziet brallen Wil verkregen zijn Klatergoud en glasjuweelen Maar niet die alleen Ook naar schijndeugds kunsttooneelen Slaat men de oogen heen* Ziet dien man ten tempel treden Met een vroom gelaat Waar een gansche rij gebeden Op te lezen staat Hoort hem preevlen van genade Yan de liefde Gods Ja! zij komt hem wel te stade, Dezen man vol trots. Ziet laaghartig andren beedlen Om een eerbewijs Dat hun ziel nooit kan vereedlen Nooittot welk een' prijs.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 169