130 Haten, lastren en verdrukken, Houden zij voor pligt Mag hun streven slechts gelukken Waar zich 't oog naar rigt. Alles meest wat ons deze aarde Ter bcwondring biedt, Is, hoe 't blink' van luttel waarde, Voedt ons harte niet. Velen zien wij hoog vereeren Enkel om den schijn, En weer andren diep verneêren Die veel beter zijn. Zoo wordt menigeen bedrogen Door een va'sclicn vriend Die geen' aanblik van zijne oogen Immer had verdiend. Dij der heilzon middagstralen Altijd aan zijn zij Gaat hij hem, bij 't avonddalen, Onbemerkt voorbij. Zoo ook kraamt er menig pronker Veel geleerdheid uit Die als dwalend liclitgeflonker Pit noch kern omsluit.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 170