t>0K«
OF
HET JAGERS-LATIJN.
Des avondsna de jagtzoo bij den baard gezeten
(Hoewel ik Jager ben ik wil het gaarne weten
Wordt somtijds wel een stuk verhaald
Dat aan de waarheid juist geen strengen tol betaalt
Weèr zat een kleine kring van wakkre jagtgenooten
Gezellig bij elkaar
En ieder sprak van 't geen hij had geschoten
In dit of in een vorig jaar.
Op honderd vijf en twintig schreden
Door hem naauwkeurig afgetreden
Schoot Max met iedren loop drie hoenders uit een klucht.
Sxax schoot een houtsnep in de vlugt
En zag, door 't zelfde schot, twee groote hazen vallen:
De vogel vloog langs een' dier breede en hooge wallen
Die men, in 't Sticht en Gelderland,
Met eiken hakhout vindt beplant.