Wat worden wij toch knap en wijs!
Alweer een zoon van 'l wuft Parijs
Pie 't laag moeras van de Amstelstad
Met zulk een platte beurs betrad
Zoo als voorheen zijn voorgeslacht
Wel honderdduizend medebragt
Die meestaldoor onze eigen schuld
Tot overloopens zijn gevuld.
Hij is geen man die tanden trekt
En kwade kiezen vult en dekt
Of slechte boeken veilt en vent
Van tien tot negentig percent;
Hij roept geen algenezend kruid
Met magt van advertenties uit;
Ook bragt hij geen paruiken meê 9
Of rokken van een nieuwe snee
Of mantels als een jas gemaakt
Waarvan de mouw de hielen raakt.
NeenNeen het is een wonder heer
Hij predikt een geheugenleer
i5