168
het geld den schuldeiseher op den rooster ge
teld heeft men nog eene kleinigheid ach
terom gehaald, toch gaat men den ouden weg
op. Veel wordt er gehaald, en niets betaald;
overal staat men in 't krijt; de kerfstok is vol
men raakt Duitschers en Walen schuldig
men wordt gemaand trekt wissels op de eeu
wigheid, men wordt vervolgd, maar daar niet
is, verliest de Keizer zijn regt, en vindt men
de rekening onder in den zak men droogt
geheel uiteindelijk vertrekt men met de noor
der zon en er staat eene eclips meer in den
almanak aangeteekend.
Enkelen onder UToehoorders hebben dan
nog eene hoop op den koop; 't sterven toch
maakt erven, en des eenen dood is des anderen
brood, zeggen zij, en bidden dan, Kinderen
.waart gij groot, Ouders waart gij dood, maar
velen komen bedrogen uit met een Jan Splin
ters testament, die vermaakte zijn vrienden
schatten, en liet niets na;ach! oude moeijen
doen somtijds het goed groeijenmaar oude
oomen zijn maar droomende eerste klecden zich