HEN weleerwaarden en zeer geleerden ueerr J. DENIER VAN DER G ON, HJrtn mijnen (joocjiji'scfjrttten -l)vienö Op den dag zijner vijfentwintigjarige Evangeliedienst. De dorpsklok slaat, de klepel bonst, het dof gebrom Wekt 't landvolk op, tot bidden op, in 't heiligdom, En allesalles stroomt den grijzen tempel binnen Als toen ge in 't plegtig uur uw loopbaan zoudt beginnen 5 Als Leeraar 11 verbondt 5 voor 't eerst den Herderstaf Hieldt in de hand geklemd; uw woord ten zegel gaf, Voor 't heilig boek geknield; toen uit de tempelwanden Het lofgezang verrees; Gij, met gevouwen handen, Uw luide bede zondt ten hoogen Hemel op. De tijdstroom rolde voort, als van der bergen top De stortvloed henen snelt. Zij zijn daar heen gevaren In wisselend genot, die vijfentwintig jaren Dat vierde van ecne eeuw. d Vriend, blik op dien tyd Terug! Zie wat gij waart en wierdt, en wat gij heden zijt En roemt Gods liefde en trouw. Gij stondt alleen in 't leven Zoo eenzaam als de nacht; nu ziet gij u omgeven Door een' beminde vrouw, zoo zacht als 't morgenrood,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 214