2
uitmaken, de lezers bij uitnemendheid, de
Recensenten, die in edelen zin zorg dragen
dat de vrijheid der drukpers niet in losbandig
heid ontaardt.
Het schijnt wel, dat gij ook al tegen
de Recensenten lostrekt. Dat is niet mensclilie-
vendmaar buitendien het is ook niet voorzigtig.
Evenwel, uwe bezorgdheid is, dunkt mij, te
grootdie mannen hebben wel andere zaken
te doen hunne gewigtige bezigheden houden
hen zekerlijk terug, om op ons te letten.
Het is immers maar een Almanak.
Goede hemelmaar een AlmanakWeet
gij dan niet, dat juist deze sedert eenigen tijd
bijzonder den toorn dier heeren verwekt heb
benen met de meeste uitvoerigheid be- en
veroordeeld worden? Maar een Almanak! dat
is het voornaamste en hoogste in onze tegen
woordige letterkunde! Maar een Almanak!
Hoe worden die hier en ginds gehavendmet
ernst en luim. Als dit ook den onzen te beurt
mogt vallen, o! waren wij dan maar in onze
eenvoudigheid van de baan gebleven en hadden