wij ons maar even onbekend en schuil gehouden als die letterkundige heeren van de heilige Vkuji zichzelven. Men zou het uit een ander oogpunt kunnen beschouwen. Indien onze Almanak de kwade humeuren der Recensenten mogt af leiden, dan zou hij althans daardoor waarlijk nuttig en weldadig werken voor anderen, die juist geene Almanakken uitgeven. Gij schijnt al zeer ingenomen met uw plan. Ik denk aan hetgeen Swift van zijn Tale of the Tub verhaaltmaar ik raadu, (nog is het tijd) laat uw voornemen varen. Hoe kunt gij toch zoo beducht zijn voor het oordeel der kunstregters Dat zijn immers tegenwoordig meestal jonge liedenen gij weet de jeugd is goedhartig van aard. Ja maar ook wel eens onbedachtzaam en te zeer met zich zelve, of' tegen anderen ingenomenom het goede bij hen te erkennen en op te merken. Doch in welk gewaad wilt gij den nieuweling gestoken hebben, daar gij toch onverzettelijk hij uw plan schijnt te volharden

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 37