6
eene beoordeeling van denzelven ontvangen heb,
7,00 onpartijdig gesteld (wijl de beoordeelaar
evenmin als iemand ter wereld goeds noch
kwaads van den Almanak weet, om rede die
nog niet bestaat) dat mij dunkt, wij kunnen die
als brief van aanbeveling aan het hoofd plaatsen.
lledenk wat gij doet. Het einde zal toch
den last dragen.
Hier werd het gesprektot groote smart en
ergernis van den luisterende, afgebroken. Deze
inde houding, waarin gij Mevrouw Siiandy in het
ij.1' Hoofdstuk van hetVe boek beschreven vindt,
(Ei lieve! zie dat eens na! Ik verzeker u, dat
liet oneindig meer de moeite zal loonen dan
deze voorrede, die echter, wegens den dramati-
sehen vormgansch niet verwerpelijk is.)
werd door eenen driftig aankomende, waar
schijnlijk om zijne bijdragen aan de Redactie
te offerende kamer eer ingeworpen dan
ingedrongen, en hem schoot niets anders over
dan te blozen en te vertrekken.
X.