12
hoegenaamd aanspraak maken. Ware dezelve
elders uitgegeven, Recensent zou zuchten, ja,
maar wel ligt zwijgen. Doch in Schiedam was
zulks, zijns inziens, geheel onnoodig daar deze
stad wanneer hierin roem ware zich reeds
zou kunnen beroemen op het bezit van eenen
Almanak, die allezins voldoende is voor de be
hoeften des tijds, en voor de verlichting onzer
eeuw dien Recensent met oneindig meer genoe
gen gelezen heeft dan boven vermelden van
Ovidiüs; zoodat dezelve indien het geen alma
nak ware -huiten twijfel, gunstig door hem
gerecenseerd zou zijn; eindelijk, die aan ieder
minnaar van lectuur, door de agenten der Po
litie, gratis uitgedeeld wordt. Dezen en geencn
anderen, onder welken naam die ook uitgege
ven worde, erkent hij, Recensent, voor Alma
nak van Schiedamen schrijft zonder omwegen
de uitgave van dezen nieuwen aan niets anders
toedan aan verachtelijke jaloerschheid en
zucht om te onderkruipen.
Indien de ziekte des tijds, die anders schrijf-
jeukte wordt gcheetenook in Schiedam door-