19
zeiven tegen, en heeft, naar het schijnt, die
hooge vlugt niet kunnen volhoudenwaarme
de hij zoo wel begonnen had. De reliquis di-
cere nil attinet.
En nu vraagt Recensent zijne onpartijdige
lezers: of onze letterkunde door de uitgave van
dezen Almanak wel iets gewonnen heeft P Men
heeft dikwijls goedgevonden, ons Recensenten
knorrige menschen te noemen, die alles beter
willen weten; het harnas aangespenwanneer
een accent verkeerd geplaatst is, en het zwaard
uit de scheede trekkenom overtollige comma's
te verdrijven: maar goede hemel! men moet
immers onpartijdig oordeelen. Ons Recensenten
is het geheel onverschillig, of deze Almanak
van Schiedam te vergelijken zij met een kind,
dat naauwelijks geboren tot droefheid zijner
ouders komt te overlijden, of met eenc spruit
die tot een honderdjarigen eik zal opgroeijen;
ons is het onverschillig, of hij te vergelijken
zij met schuim, dat van zelf verdwijnt, of met
eene rots, waartegen het geweld van nijd en
vitlust zich te hersten stoot. Maar hetgeen ons